Het advies onderschrijft volledig het actieplan van de Europese Commissie voor de sociale economie (2021), alsook de bijgewerkte industriële strategie van de EU waarin de sociale economie wordt aangemerkt als een van de 14 industriële ecosystemen voor het herstel en de veerkracht van Europa.

Het Comité wijst op het belang van actuele gegevens over de sociale economie in Europa, en van een gemeenschappelijke methode voor de verzameling daarvan, in overeenstemming met de onlangs door de Commissie gestarte werkzaamheden. Het Comité daagt de EU-instellingen, de lidstaten en de lokale en regionale overheden ook uit "om in permanent overleg met vertegenwoordigers van de sociale economie een gezamenlijk plan ter bevordering van de sociale economie op te stellen".

Er wordt ook gewezen op de belangrijke rol van lokale en regionale overheden. Lokale en regionale overheden zouden een coördinerende rol moeten spelen bij de oprichting van regionale platforms en het tot stand brengen van een publiek-privaat weefsel waarin een sociale economie kan ontstaan en gedijen. Daarnaast zouden lokale en regionale overheden moeten uitzoeken hoe de sociale economie een aantrekkelijkere reputatie kan krijgen, bijvoorbeeld door middel van grootschalige communicatiecampagnes, een betere toegang van actoren uit de sociale economie tot overheidsopdrachten en gerichte financiële steun.

Naast andere beleidsvoorstellen pleit het CvdR voor duidelijke richtsnoeren voor een specifieke belasting- en staatssteunregeling voor de sociale economie, dringt het er bij de EU op aan een taxonomie van sociale investeringen te ontwikkelen die aansluit bij de eisen van de markt en het belang van het verder mobiliseren van sociale investeringen. Tenslotte verzoekt het de Commissie om jaarlijks een Europese hoofdstad van de sociale economie aan te wijzen om de zichtbaarheid van de sociale economie en haar bijdrage aan de ontwikkeling van lokale gemeenschappen te vergroten.

Het volledige advies kan je hier terugvinden.