De Hoge Raad voor Werkgelegenheid heeft in zijn jaarverslag een aantal adviezen geformuleerd in verband met de tewerkstellingsgraad in België. Die ligt onder het EU-gemiddelde. Vooral bij jongeren tussen 15 en 24 jaar is het verschil opmerkelijk.
Beleidsnieuws
Hoge Raad Werkgelegenheid over tewerkstellingsgraad
De zes aanbevelingen van de Raad zijn :
- Waarborg aan jongeren een vlottere transitie naar werk;
- Streef naar een verhoging van de activiteitsgraad bij de 60-plussers;
- Creëer de voorwaarden voor een hogere participatie van niet uit de EU afkomstige personen;
- Verbeter de verdeling van de gezinslasten die in buitensporige mate de activiteit van de vrouwen drukken;
- Stimuleer de toegang tot de arbeidsmarkt van laaggeschoolden;
- Moedig levenslang leren aan.
In de Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie van het Vlaams Parlement vond een debat plaats over de zes aanbevelingen. Volgens parlementslid Caroline Gennez (sp.a) moet de beleidsfocus vooral liggen op de groep jongeren die kansen mislopen omdat ze vroegtijdig stoppen met school, om te zorgen dat zij al niet bij de start in inactiviteit vervallen. Ze wil ook dat NEET-jongeren (dat zijn jongeren die noch een job hebben, noch stage lopen en al evenmin een opleiding volgen) automatisch ingeschreven worden bij de VDAB. Imade Annouri (Groen) wijst op de situatie van jongeren met een migratieachtergrond en pleit voor een activeringsbeleid op maat. Axel Ronse (N-VA) benadrukt het belang van de activering van langdurig zieken.
In haar antwoord stelt Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) dat door de koppeling van databanken het voor de VDAB nu makkelijker moet zijn om schooluitvallers beter te begeleiden. Ze pleit voor sensibilisering met betrekking tot de situatie van de werkzoekende 60-plussers. Ze wijst er op dat werkgevers een automatische melding krijgen als ze bij de VDAB een vacature invoeren die discriminerende eisen zou kunnen bevatten, en benadrukt het belang van ‘Mentoring naar werk’, een project om werkzoekenden met een migratieachtergrond te begeleiden naar werk. Dankzij de dienstencheques, vervolgt de minister, wordt de relatie werk-gezin gefaciliteerd. Kortgeschoolden wil ze via werkplekleren en competentieversterkende trajecten, zoals de individuele beroepsopleiding (IBO), de tijdelijke werkervaring (TWE) competenties meegeven die nuttig zijn op de arbeidsmarkt. Hilde Crevits vindt ook dat er meer outreachend moet worden gewerkt richting kwetsbare jongeren.
Het volledige verslag van het debat in de commissie Vlaams Parlement vindt u hier.