Publicaties en analyse

Socio-economische monitoring

FOD en Unia

De vijfde editie van het rapport Socio-economische Monitoring - Arbeidsmarkt en origine staat online. Het rapport werd uitgebracht door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg en Unia.

Deze socio-economische monitoring telt zeven hoofdstukken: demografie; arbeidsmarkt; de impact van Covid 19; studentenarbeid en diversiteit; schoolachterstand; detachering; tenslotte conclusies. Er worden aanbevelingen geformuleerd onder de hoofdingen: een brede, mobiele en productieve arbeidsmarkt; de segmentering afbouwen; meer gelijke kansen en meer diversiteit op de arbeidsmarkt; discriminatie adequaat bestrijden; een sterk onderwijs dat iedereen kansen geeft; een aangepast migratie- en integratiebeleid; en ten zevende, een versterkt statistisch apparaat. 

Brussel heeft met 34,1% de hoogste inactiviteitsgraad (tegenover 26,5% in Wallonië en 19,8% in Vlaanderen), maar de personen van Belgische origine hebben er een lagere inactiviteitsgraad (18,6%) dan in Wallonië (21,9%). Het zijn vooral de Brusselaars met origine Oceanië/Verre Oosten, gevolgd door Nabije/Midden-Oosten, die de Brusselse inactiviteitsgraad de hoogte in stuwen. In Vlaanderen en Wallonië hebben de personen met Nabije/Midden-Oosterse origine veruit de hoogste inactiviteitsgraad, al is de situatie sterk verbeterd sinds 2014. Het hoge aandeel ‘andere’ inactiviteit, bij inactieven van EU-origine in Brussel, bevestigt het vermoeden dat een groot deel van de Brusselse inactieven uit de EU-landen werken voor de Europese instellingen.

Van de types inactiviteit die recht geven op een uitkering maakt arbeidsongeschiktheid in 2019 gemiddeld het grootste deel uit, in de drie gewesten. Enkel bij de personen van Belgische origine in Vlaanderen is bij de 25-64-jarigen het aandeel personen met pensioen groter dan het aandeel arbeidsongeschikten. En in Brussel en Wallonië is bij inactieven van niet-EU-origine het aandeel ‘leefloon’ nog iets groter dan ‘arbeidsongeschiktheid’.

In tegenstelling tot voorgaande jaren, nam de werkloosheidsgraad ook bij 55-64-jarigen af tussen 2016 en 2019, behalve voor de origines Nabije/MiddenOosten, Oceanië/Verre Oosten en Noord-Amerika. Enkel in Brussel is de werkloosheidsgraad van 55-plussers iets gestegen. De sterkste daling van de werkloosheidsgraad zien we bij de 20-29-jarigen met Maghrebijnse origine, gevolgd door die met origine Kandidaat EU, en de 30-54-jarigen van dezelfde twee origines.

Nog steeds in Brussel is de horeca de sector die de meeste studenten werft voor de Noord-Amerikaanse (33,3%), Oceanië/Verre Oosterse (31,4%), Andere Aziatische (25,5%) en EU14-origine (23,7%). Op regionaal niveau lijkt de impact van beroepservaring als student meer uitgesproken in Brussel. In Vlaanderen is deze zelfs onbestaande. Maar de resultaten verschillen opnieuw in functie van de origines. In Brussel verbeteren personen van Andere Europese origine hun werkzaamheidsgraad zo sterk dankzij een studentenjob (+22,4 procentpunten) dat ze van één van de laagste percentages naar één van de hoogste gaan, dicht bij dat van de Belgen van origine.

Lees hier de volledige monitoring.