Beleidsnieuws

Toekomst van jongeren in de centra leren en werken

In de Commissie onderwijs van 22 april vroeg Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V) aan Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) om een aantal verduidelijkingen over de toekomst van jongeren in de centra leren en werken (CLW’s).

Vandromme stak van wal op de commissievergadering met het bericht dat de CLW’s ontzettend ontgoocheld zijn in het voorontwerp van het nieuwe onderwijsdecreet. Zo valt er te lezen dat duaal leren en de aanloopfase worden beperkt voor leerlingen die arbeidsrijp en arbeidsbereid zijn. Leerlingen die niet-arbeidsbereid en/of niet-arbeidsrijp zijn moeten vanaf 1 september 2021 dus door het voltijds onderwijs op de school worden opgevangen. Volgens Vandromme vormt het voltijds onderwijs op school geen goede oplossing voor deze leerlingen, aangezien deze jongeren een specifieke aanpak nodig hebben, die zij nu wel krijgen in het systeem van leren en werken. Ten tweede zijn de CLW’s bezorgd over het voltijds engagement dat ze moeten voorzien indien de werkplekcomponent niet is ingevuld. Vandromme stelde ook vast dat als er geen extra middelen komen voor de CLW’s, dit voor hen een onmogelijke opdracht zal worden. Een derde grote ongerustheid van de CLW’s, maar ook van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, de SERV en de Vlor, is rond de kwalificatiemogelijkheden van de aanloopfase. Vandromme gaf aan dat het mogelijk moet zijn om binnen de aanloopfase ook kwalificaties te behalen, al was het maar om de motivatie en het zelfbeeld van de leerling te stimuleren.

Weyts gaf op de eerste ongerustheid van de CLW’s aan dat de voltijds engagement juist een maatregel is voor de meest kwetsbare leerlingen. Dit met als reden dat het vroegtijdig schoolverlaten sterk gekoppeld is aan de verbondenheid met de school. Leerlingen die thuiszitten in afwachting van een opstart van een overeenkomst of het zoeken naar een werkplek, voelen zich niet betrokken en verbonden met de school. Weyts wil die kwetsbare leerlingen juist naar de school halen. Vanaf volgend schooljaar moeten ze daar samen met de scholen de eerste stappen in zetten. De volledige realisatie is voorzien tegen het schooljaar 2025-2026.

Op de vraag van de CLW’s naar extra middelen voor het invullen van het voltijds engagement, wees Weyts er op dat omkadering van de centra zeer gelijkaardig verloopt met de voltijdse scholen. Wat de werkingsmiddelen betreft, gaf hij aan zeker te willen bekijken hoe ze daar in tegemoet kunnen komen.

Weyts bood ook een antwoord op de derde bezorgdheid over het behalen van kwalificaties binnen de aanloopfase. Daarin stelt hij samen met collega Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) voor dat er steeds per opleiding moet worden bekeken wat er kan worden gecertificeerd in een aanloopstructuuronderdeel. Concreet kan dat een bewijs van competenties zijn, maar evenzeer ook een bewijs van een deelkwalificatie. Weyts gaf daarbij wel aan dat deze certificatie vaak niet zal voldoen om er een civiel effect aan te koppelen op de arbeidsmarkt. Daarom benadrukte hij dat de focus van de aanloopfase ligt op het toeleiden naar een volgende stap waarin de leerling een volwaardige kwalificatie kan behalen. Weyts zal in de verdere uitwerking van de aanloopfase zeker de dialoog behouden met de partners (Vlaams Partnerschap Duaal Leren, SERV, Vlor) om een gedragen, gezamenlijke visie uit te bouwen omtrent de aanloopfase en de daaraan verboden kwalificaties.

Tot slot gaf Weyts ook mee dat het autonomie is van de klassenraad om geval per geval te beoordelen wie arbeidsrijp en arbeidsbereid is om deel te nemen aan de aanloopfase. Daarnaast moet de klassenraad met het CLB bekijken wat het meest geschikt traject is voor elke leerling.

Ook op donderdag 25 maart beantwoordde de minister heel wat vragen in verband met de zorgen op het terrein dat kwetsbare leerlingen uit de boot dreigen te vallen met het verdwijnen van het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Hierover verscheen reeds een artikel in de Tracé-nieuwsbrief.

Het uitgebreide verslag van de commissievergadering onderwijs van 22 april vindt u hier terug.