Beleidsnieuws

Vlaamse beleidsverklaring 'Werk en Sociale Economie 2023'

Vlaams P

Vlaams minister van Economie, Werk en Sociale Economie, Jo Brouns (CD&V), lichtte eind oktober zijn beleid voor 2023 toe. Deze week worden de begrotingsbesprekingen verder gezet en werkt men aan een ontwerp van programmadecreet voor 2023.

Minister Brouns:’ "We zijn met zijn allen nog maar net bekomen van de coronacrisis of de Oekraïne en energiecrisis zet alweer druk op de arbeidsmarkt. Hoewel de werkzaamheidsgraad voor het eerst meer dan 76% bedraagt (in het tweede kwartaal van 2022) en het aantal werkzoekenden blijft afnemen met -4,7% op jaarbasis (in september) zien we toch een hogere instroom van werkzoekenden met +10,9% op jaarbasis (in september) en een lagere uitstroom van werkzoekenden naar werk  met -8,7% op jaarbasis (in september). Mogelijk weerspiegelen deze cijfers de onzekerheid over de inflatie en de crisis en hun impact op de Vlaamse arbeidsmarkt. Die onzekerheid is de constante van de laatste jaren".

De minister ziet een dubbele uitdaging. Aan de ene kant de Vlaamse arbeidsmarkt alweer door een nieuwe crisis loodsen, aan de andere kant bouwen aan een schokbestendige arbeidsmarkt voor de toekomst. De rode draad doorheen beide uitdagingen is het verhogen van de werkzaamheidsgraad.

Hiervoor neemt hij de vier prioriteiten in het nieuwe VESOC-werkgelegenheidsakkoord ‘Iedereen nodig, iedereen mee’ mee in zijn beleidsplannen: een eerste is de uitbouw van een resultaatgericht activeringsbeleid om meer mensen aan het werk te krijgen en een tweede het doorgedreven opleidings- en loopbaanbeleid met in het Europese jaar van de opleiding (2023) versterkt inzetten op levenslang leren met tal van nieuwe impulsen. Zo is er een verlenging van het gemeenschappelijk initiatiefrecht in het Vlaams opleidingsverlof, bijkomende opleidingen naar knelpuntberoepen, een ‘knelpuntopleidingspremie’ voor mensen die zich langer dan twee jaar niet op de arbeidsmarkt hebben aangeboden, etc.

Een derde prioriteit is een versterkte inzet op werkbaar werk: dat betekent niet alleen meer mensen aan de slag krijgen maar ook mensen duurzaam aan de slag houden in werkbare loopbanen.

Tenslotte is er de interregionale mobiliteit en arbeidsmigratie: samen met Brussel en Wallonië bekijkt hij hoe Waalse en Brusselse werkzoekenden naar Vlaamse (knelpunt)vacatures begeleid kunnen worden. Het doel is om 2.000 extra Brusselaars en 2.000 extra Walen per jaar te overtuigen om in Vlaanderen te komen werken. Tegelijkertijd wil minister Brouns verder inzetten op de mogelijkheden die arbeidsmigratie biedt. Hij benadrukt dat dit steeds volgens de spelregels moet verlopen, met respect voor betrokken werknemers en voor bonafide werkgevers.

Centraal bij deze vier prioriteiten staat de ambitie om verder vorm te geven aan een inclusieve arbeidsmarkt. Brouns: ‘In een krappe arbeidsmarkt hebben we iedereen nodig, elk talent telt. We kunnen het ons niet langer veroorloven om talent te verspillen of links te laten liggen op de arbeidsmarkt. Ook bedrijven zullen hun blik moeten verruimen en bereid zijn om bijvoorbeeld ook mensen met een arbeidshandicap aan te werven’.

Hij wil hiervoor het collectief maatwerk versterken via o.a. het groeipad van 1000 VTE’s extra in kader van de klimaatjobs, de optimalisatie van monitoring en harmonisering van de verschillende RSZ-categorieën. Via Individueel Maatwerk wil hij ook alle obstakels uit de weg ruimen om dit in de reguliere arbeidsmarkt mogelijk te maken.

Daarnaast vraagt hij naar een sterk partnerschap met en een engagement van velen. Om de genomen engagementen in het nieuw VESOC-werkgelegenheidsakkoord uit te voeren, rekent hij op de sociale partners en maakte de Vlaamse regering 100 miljoen euro vrij. Hij doet ook beroep op de lokale besturen en diverse lokale actoren om actie te ondernemen in het aanspreken van het arbeidspotentieel. Lokale besturen worden aangemoedigd om samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met VDAB en waar die er al zijn, ze verder te concretiseren in actieplannen om op die manier de basis te leggen voor het bereiken en activeren van (nog) niet-beroepsactieve burgers. Leefloners zijn daarin, naast mensen met gezondheidsuitdagingen, NEET-jongeren, inburgeraars en mensen met een migratieachtergrond, de prioritaire doelgroepen.

In 2023 wordt, via het ESF-project Capacity Building, gebouwd aan een vernieuwde architectuur om lokale partnerschappen, gericht op het zoeken, begeleiden en activeren van niet-beroepsactieven en kwetsbare werkzoekenden, verder vorm te geven. Om de regionale arbeidsmarktuitdagingen het hoofd te kunnen bieden, zal de kennis en kunde, aanwezig bij de lokale besturen (VVSG) en VDAB, verder aangevuld worden met expertise van lokale actoren.

Als slotstuk zal de minister een nieuwe werkgelegenheidsconferentie organiseren in 2023.

Hij wil ook voluit de kaart trekken van de sectoren en via een nieuwe generatie sectorconvenants afspraken maken met meer dan 30 sectoren en inzetten op intersectorale samenwerking. Verder doet hij ook een oproep naar zijn federale collega-minister van Werk om de gesprekken over het asymmetrisch arbeidsmarktbeleid nieuw leven in te blazen en samen werk te maken van bijvoorbeeld meer regionale ruimte op het vlak van beschikbaarheid van werkzoekenden.

Cruciaal acht hij de uitvoering van het beleid, de vertaalslag die gebeurt door de mensen op het terrein, de bemiddelaars, begeleiders, de HR-diensten. Het zijn zij die de daad bij het woord voeren, die het dichtst bij de mensen staan op het terrein. Een versterkte samenwerking met HR-diensten kan ondersteunend werken bij het uitvoeren van hun taken. Bovendien kan innovatie faciliterend werken bij de uitvoering van zijn beleid. Zo wil hij onder meer artificiële intelligentie (AI) een versterkende rol laten spelen bij VDAB, maar ook inzetten op de mogelijkheden die Flanders Technology and Innovation 2.0 biedt om een stap vooruit te zetten in het aanwenden van innovatie om de mensen op het terrein te ondersteunen in hun werk.

Minister Brouns benadrukt wel dat alles staat of valt met werkgevers die de kans willen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om hun talent waar te maken op zoveel mogelijk werkvloeren.

Lees de volledige Beleids- en begrotingstoelichting.