Beleidsnieuws

Zone zonder langdurig werklozen

In een schriftelijke vraag aan Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt (DéFI) peilt Brussels parlementslid Farida Tahar (Ecolo) naar de stand van zaken in de uitrol van een zone zonder langdurige werklozen (ZZLW) in het Brussels gewest.

Tahar verwijst in haar vraag naar het nog steeds groot aantal langdurige werklozen in het Brussels gewest. In Frankrijk past men het systeem van ZZLW’s al toe sinds 2017. De overheid biedt langdurig werklozen een arbeidscontract aan dat enerzijds rekening houdt met hun wensen en competenties, en anderzijds ook inspeelt op de behoeften van de inwoners van een bepaalde zone. Op die manier probeert een ZZLW langdurige werkloosheid uit de maatschappij te bannen.

Clerfayt geeft aan dat het Brussels gewest eveneens wil experimenteren met het ZZLW-systeem, aangepast aan de Brusselse stedelijke realiteit. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor Actiris. In eerste instantie moet Actiris het project conceptualiseren en daarbij een informatiekanaal ontwikkelen voor de geïnteresseerde actoren. Actiris kan vanuit zijn Partnershipwerking acties opzetten met zijn partners voor het vastleggen, en op termijn verwezenlijken, van de ZZLW-doelstellingen. Hiernaast moet Actiris in samenwerking met view.brussels objectieve criteria vastleggen rond de vraag: wat zijn de statistisch relevante wijken? Op die manier kan het project tegemoetkomen aan de relevante problemen van een bepaalde wijk.

Een tweede belangrijke rol is toegekend aan Dulbea (Département d'économie appliquée de l'ULB). Deze organisatie brengt op dit moment de economische aspecten van het ZZLW-systeem in kaart. Hierbij staat de volgende vraag centraal: welke financiering zou het gewest moeten toekennen aan werkgelegenheidsgerichte ondernemingen?

De verdere denkoefening over de uitwerking van het project is enerzijds besteed aan het kabinet van Clerfayt en het kabinet van Staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie Barbara Trachte (Ecolo). Anderzijds spelen ook actoren zoals vertegenwoordigers van de Fabrique d’emploi (Rijsel) en gemeentelijke actoren met belangstelling in het project een rol.

Het nog ongekende begrotingskader voor de komende jaren zal bepalen hoe de denkoefening wordt verdergezet. Clerfayt wil een gewestelijke meerjarenfinanciering voorzien vanaf de begroting 2021 of 2022. Op die manier kan er een eerste evaluatie plaatsvinden op het einde van deze legislatuur.

De volledige schriftelijke vraag van Farida Tahar aan minister Bernard Clerfayt vindt u hier.