Vooraan

Aansluiting Brussels onderwijs met arbeidsmarkt in Vlaamse Rand

BRIO

Op 1 december 2023 organiseerde het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum (BRIO) een studienamiddag rond het onderzoek 'Hoe goed sluit het Brussels onderwijs aan bij de vraag naar tewerkstelling in de Vlaamse Rand?', dat gevoerd werd in samenwerking met het Brussels Studies Institute. Een eenduidig antwoord op deze vraag is er niet, maar de realiteit en een panelgesprek met stakeholders uit het onderwijs, arbeidsbemiddelingsdiensten, het werkveld en werkgeversorganisaties leert dat er hier zeker nog werk aan de winkel is.

Dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een hoog aantal werkzoekenden telt en dit vooral onder jongeren, terwijl heel wat Brusselse bedrijven hun vacatures niet ingevuld krijgen, is een gekende paradox. Oorzaak voor deze paradox is het feit dat veel Brusselse werkzoekenden ofwel geen diploma, ofwel hoogstens een diploma secundair onderwijs bezitten en ze hierdoor veelal niet beschikken over de vereiste kwalificaties voor de overwegend kennisintensieve jobs in Brussel.

Deze mismatch tussen vraag en aanbod beperkt zich niet enkel tot het Brussels grondgebied en geldt eveneens voor de arbeidsmarkt in de Vlaamse Rand. Ook in de 19 randgemeenten raken veel vacatures niet ingevuld. Zelfs niet die voor kortgeschoolden in sectoren als transport, openbare dienstverlening en detailhandel waarvoor Brusselse werkzoekenden in aanmerking kunnen komen. Dit toont aan dat de Brusselse werkzoekende zijn weg nog te weinig gevonden heeft naar de Rand en deze mismatch dus niet enkel te maken kan hebben met diplomavereisten.

Uit het onderzoek komen ook de volgende oorzaken naar boven: de (te) beperkte kennis Nederlands van de Brusselse werkzoekenden; de mobiliteit vanuit Brussel naar de Rand die niet als gemakkelijk wordt beschouwd; en mentale grenzen. Met deze laatste oorzaak wordt het concept ‘onbekend is onbemind’ bedoeld en dit speelt zowel langs de kant van de werkzoekende als van de werkgevers.

Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, Benjamin Dalle (CD&V) erkent deze oorzaken en geeft aan dat er moet blijven worden gehamerd op het versterken van het Nederlands van de Brusselaars, dat er reeds wordt ingezet op fietssnelwegen en beter openbaar vervoer en dat Actiris jonge Brusselse werkzoekenden met ervaring of interesse in een van de knelpuntsectoren in de Vlaamse Rand automatisch en systematisch moet doorverwijzen naar VDAB.

Ook vanuit het Brussels onderwijs moeten er inspanningen worden geleverd om hun aanbod meer af te stemmen op de sectoren die perspectief bieden op een job. Al ontbreekt het hiervoor vaak aan tijd, middelen en personeel. Volgens stakeholders uit het onderwijs, arbeidsbemiddelingsdiensten, het werkveld en werkgeversorganisaties is werkplekleren een zeer goede manier om de aansluiting tussen het Brussels onderwijs en de arbeidsmarkt in de Vlaamse Rand te optimaliseren.

Al wordt er hier gebotst op verschillende elementen die dat optimalisatieproces bemoeilijken. Hierbij een greep uit deze elementen: de onduidelijkheid wie welke taak op zich neemt in opleiden van de werkplekstudenten; een gebrekkige technische taalvaardigheid bij studenten werkplekleren; de beperkte flexibiliteit van werkplekstudenten die wel verwacht wordt in specifieke sectoren; de veelheid aan werkplekleren-initiatieven die onvoldoende gekend zijn bij de werkgevers; het verschil in administratie en regelgeving binnen de verschillende werkplekleren-initiatieven; de matige werkplekbegeleiding vanuit werkgevers en scholen; de onbewuste studiekeuzes die werkplekstudenten maken waardoor het geen (succesvolle) doorstroom oplevert richting de arbeidsmarkt.

Uit het gesprek tussen de stakeholders binnen onderwijs, arbeidsbemiddelingsdiensten, het werkveld en werkgeversorganisaties kan worden geconcludeerd dat versterkte coördinatie tussen alle belanghebbenden noodzakelijk is om tot een oplossing van deze paradoxale situatie in Brussel en de Vlaamse Rand te komen.