Opinie en advies

Advies Strategie Scholing en Werk

Brupartners

De scholing van de Brusselaars is van essentieel belang voor hun inschakeling op de arbeidsmarkt, en om bij te dragen tot het behalen van een tewerkstellingsgraad van 80% op nationaal niveau, waartoe de Brusselse regering zich heeft verbonden. Daarom heeft de Brusselse regering een Strategie rond Scholing en Werk (SSW) uitgewerkt in overleg met de Franstalige en Nederlandstalige actoren die betrokken zijn bij tewerkstelling, beroepsopleiding en onderwijs in Brussel.

Met betrekking tot de maatregel "Het eens worden over een definitie van soft skills", neemt Brupartners er akte van dat hij zal worden geraadpleegd over de definitie van deze vaardigheden, en aandacht zal besteden aan de opvolging van dit belangrijke punt, waarover nog verder moet worden nagedacht.

Hoewel Brupartners noteert dat nieuwe Opleidings- en Tewerkstellingspolen (OTP’s) in de Strategie rond Scholing en Werk zouden kunnen worden geïntegreerd als er een nieuw kaderakkoord zou worden gesloten, wil de organisatie erop wijzen dat het belangrijk is om meer diverse sectoren te valoriseren, in het bijzonder meer vrouwelijke sectoren, en om de huidige OTP’s naar vrouwen toe te promoten.

Brupartners dringt erop aan dat de nodige aandacht zou worden besteed aan knelpuntberoepen en aan het bevorderen van de opleidingen die daartoe leiden. Brupartners vraagt dat belemmeringen voor dergelijke opleidingen zouden worden weggenomen, zoals dagopleiding en kwesties inzake kinderopvang, en dat over een verloning tijdens stages zou worden nagedacht.

Brupartners neemt er akte van dat de verschillende actoren in het Brussels Gewest "blijven samenwerken om het taalopleidingsaanbod te coördineren en een brede en uniforme dekking van het taalopleidingsaanbod te verkrijgen", en dat dit "de eerste stenen van het Talenpunt zijn, ook al moesten de ambities naar beneden worden bijgesteld in een moeilijke budgettaire context".

Brupartners merkt op dat men het opleidingsaanbod wil aanpassen op basis van prospectieve analyses, maar wijst erop dat het belangrijk is om vooraf te overleggen met de opleidingsoperatoren om hen de tijd te geven om zich aan te passen. Verder zouden prospectieve analyses in samenwerking met lokale actoren, zoals de Missions Locales, kunnen worden uitgevoerd.

In het kader van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de steun aan de Missions locales pour l’emploi en de Lokale Werkwinkels, zijn de Missions locales en de Lokale Werkwinkels verantwoordelijk voor het prospecteren van de ZKO’s (zeer kleine ondernemingen). Brupartners is van mening dat dergelijke prospectiemaatregelen in overleg met deze actoren zouden moeten worden uitgevoerd.

Brupartners vraagt dat de geplande hervorming van de SPI-voorziening de mogelijkheid zou voorzien om in de sector te innoveren. De organisatie dringt erop aan dat de herdefiniëring van de opdrachten in overleg met de sector zou gebeuren. Tot slot, met een doelgroep die ver van de arbeidsmarkt afstaat, wijst Brupartners erop dat het belangrijk is om positieve uitstromen te monitoren (hervatting van opleiding, studie, enz.) en niet alleen uitstroom naar werk. Het is ook belangrijk om de klemtoon op transversale vaardigheden te leggen.

U vindt het volledige advies op de website van Brupartners.