Zoals in de vorige nieuwsbrief van 27 november vermeld mogen studenten meer dan 475 uren werken als jobstudent als ze tijdens de coronacrisis aan de slag gingen in de zorg en/of onderwijs. De uren die de student presteert tijdens het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 zullen niet meetellen in het jaarlijks contingent van 475 uren. Wanneer studenten veel werken tijdens de coronacrisis, verdienen ze netto ook meer. Met de normale regels zouden ze dan niet meer fiscaal ten laste blijven van hun ouders en zouden de ouders meer belastingen moeten betalen. Maar om dit te vermijden werd er een uitzonderingsregel uitgewerkt!  

Uitzonderingsregel ‘fiscaal ten laste blijven van ouders’ voor bepaalde sectoren van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021.             

In het tweede kwartaal van 2020 werden alle inkomsten van de jobstudenten niet meegerekend (los van de sector waarin ze tewerkgesteld waren) bij de berekening van het fiscale voordeel ‘ten laste van de ouders’. De inkomsten bepalen of de student fiscaal ten laste blijft van hun ouders of niet. Nu wordt er nog een nieuwe uitzonderingsregel aan toegevoegd. De fiscus houdt namelijk ook geen rekening met de inkomsten voor prestaties in bepaalde sectoren in de periode van 1 oktober 2020 tot 31 maart 2021. Opgelet! Het gaat hierbij wel enkel om de sectoren zorg en onderwijs en de contactopsporingscentra!