Het streefdoel, zoals geformuleerd in het ‘digitale decennium van de Europese Unie’, dat tegen 2030 80% van de volwassenen basis digitale vaardigheden zouden verworven hebben, blijft intussen nog wel veraf. De Belg scoort het best voor online communicatie (83%), en het minst goed als het gaat over de bescherming van zijn privacy (40%).

De grootste digitale vaardigheden zijn te vinden bij studenten en werkenden, waar respectievelijk 72% en 67% over minstens basis digitale vaardigheden beschikken. Werklozen (47%), inactieven (41%) en gepensioneerden (40%) ondervinden meer moeilijkheden. We zien een duidelijke daling van de digitale vaardigheden na 45 jaar, en bij laagopgeleide bevolking.

Een totaal van 95% van de Belgen gebruikt internet, tegenover 89% in 2018 en 82% in 2013.

De smartphone is het apparaat bij uitstek voor internettoegang geworden: 92% van de internetgebruikers surft via hun smartphone of gsm. Quasi alle 16- tot 24-jarigen (99%) gebruiken een smartphone, maar het gebruik neemt af met de leeftijd: slechts 76% van de internetgebruikers tussen 65 en 74 jaar gebruikt het. De andere meest gebruikte apparaten zijn de laptop (69%) en de tablet (35%), die de vaste computer (desktop) van de troon hebben gestoten, die nu slechts door 32% van de internetgebruikers wordt gebruikt.

Ten slotte maakt 77% van de Belgen gebruik van geavanceerde elektronische identificatie, bijvoorbeeld via een elektronische identiteitskaart of de itsme-toepassing: zes op tien Belgen gebruiken dit voor contacten met de overheid en meer dan een derde voor diensten die aangeboden worden door bedrijven.

U vindt hier en hier meer details.