In het Vlaams regeerakkoord 2024-2029 blijft Nederlands dé prioriteit voor Brussel en werkt men aan een totaalplan om het aanleren van Nederlands in Brussel te ondersteunen. Maar in Brussel zijn de plaatsen nu al volzet. Om de beschikbaarheid nog uit te breiden zullen vooral meer middelen nodig zijn.
Druk stijgt op lessen Nederlands in Brussel
BRUZZ sprak met de directeur van het Huis van het Nederlands in Brussel, Patrick Manghelinckx. Hij wijst erop dat de vraag naar lessen Nederlands voor volwassenen op dit moment al aan het boomen is. Jaarlijks krijgt het Huis zo’n 18 000 mensen over de vloer met de vraag om Nederlands te leren. Deze kandidaten krijgen vervolgens een intakegesprek en een advies. 8 500 daarvan worden uiteindelijk ingeschreven in het volwassenonderwijs. De overige 10 000 personen komen niet op een wachtlijst te staan maar haken af na het gesprek of kiezen voor een andere lesvorm. "Wie uiteindelijk wel wil doorverwezen worden voor een cursus kan op dit moment altijd een plaatsje bemachtigen", stelt de directeur.
Koen Muziek, de adjunct-directeur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) Brussel, een van de drie CVO’s in het Brussels gewest, bevestigt dit. "Als mensen flexibel zijn op vlak van lokalen en lestijden dan kunnen wij hen altijd les geven. Niet meteen morgen misschien, maar binnen afzienbare tijd. Wel zijn de klassen de voorbije jaren steevast groter geworden." Hij wijst ook op de gestegen interesse: "Momenteel hebben wij 7 000 cursisten, een stijging met 30 procent tegenover vorig schooljaar."
De directeur van het Huis van het Nederlands spreekt verder over een bottleneck: "Ieder jaar krijgen we 10 procent meer inschrijvingen, maar we werken nu met vier consulenten minder dan in 2019. Die stijging dreigt druk te zetten op het systeem. Om online een afspraak te boeken bij het Huis van het Nederlands moet je intussen al wachten tot november. Om nog groei aan te kunnen hebben we dus ook extra middelen nodig."
Daarbij bedienen de Nederlandstalige basisscholen 20 à 22 procent van de Brusselse kinderen, terwijl de Vlaamse doelstelling is om 30 procent van de Brusselaars te bereiken. "Om werkelijk aan dertig procent te raken, moet dan ook 8 tot 10 procent van hun ouders bijkomende taalles volgen", berekende VUB-professor Esli Struys, gespecialiseerd in meertaligheid op school, voor BRUZZ.
Vlaams minister van Onderwijs, Zuhal Demir (N-VA), is zich bewust van het probleem: "Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is in zekere zin wat slachtoffer van haar eigen succes: steeds meer inwoners van de hoofdstad kiezen voor de weg van het Nederlands, en dat is positief. De wachtlijsten om aan de Nederlandse taalcursussen deel te nemen, die moeten effectief worden ingekort. Daartoe maakt de nieuwe Vlaamse regering jaarlijks 25 miljoen euro extra vrij om te investeren in taalopleidingen binnen het volwassenenonderwijs. Daarmee hopen wij op termijn iedereen een plekje in de taalklas te kunnen geven."
Lees hier het volledige BRUZZ artikel.