De vraag kwam er naar aanleiding van een advies van de SERV, ‘10 maatregelen voor een efficiënte en toegankelijke erkenning van buitenlandse studiebewijzen’. De vorige regering had al extra dossierbehandelaars aangeworven, maar dat volstaat niet. Is het Nederlandse systeem beter? Zuhal Demir: “Bij het Nederlandse systeem is er wel een groot verschil met het systeem dat wij kennen, omdat men daar eerst een advies aflevert dat juridisch niet bindend is. Na het advies volgt een opleiding. Die persoon moet dus een opleiding volgen. Dat duurt soms een half jaar, een jaar, twee jaar, zelfs drie jaar. En daarna pas wordt het diploma erkend. Dat is dus een zeer uitgebreid traject. In eerste instantie krijg je inderdaad een advies in Nederland, maar dat betekent nog niet dat het rond is. Je moet dan nog een heel traject afleggen. Bij ons is het een ander systeem, waar er weliswaar een stijging is.”

In het advies pleit de SERV onder meer voor het maken van landenfiches en het creëren van een precedentendatabank. De SERV vraag ook dat NARIC-Vlaanderen (de organisatie die verantwoordelijk is voor de erkenning van diploma’s) zelf buitenlandse studieprogramma’s opvraagt, in plaats van dat de individuele aanvrager dat moet doen. Verder pleit de SERV voor één loket voor de erkenningen van studiebewijzen, kwalificaties en competenties. Het Vlaams sociaal overlegorgaan gaat ook voor de automatische wederzijdse erkenning van buitenlandse studiebewijzen door de Vlaamse en Franse Gemeenschap, een betere afstemming met de erkenningsinstanties van gereglementeerde beroepen, en meer erkenning van Elders Verworven Competenties (EVC).

Sedert het vorige advies van de SERV over dezelfde materie (2020) werden er wel al een aantal wijzigingen doorgevoerd: de aanvraag tot erkenning van het buitenlands studiebewijs kan sinds februari 2023 digitaal, en in het Engels, en voor Oekraïense vluchtelingen werden verschillende aanpassingen gedaan om de erkenning van hun Oekraïens diploma vlotter te laten verlopen. Maar er zijn nog steeds een aantal blijvende problemen waaronder de lange afhandelingstermijnen, belemmeringen voor interregionale mobiliteit, administratieve lasten en bijhorende kosten.

Ook de Brusselse Adviesraad van Nederlandstalige Sociale Partners (BANSPA) werkt aan een advies dat in de volgende weken zal worden gepubliceerd en overgemaakt aan onder andere minister Demir.

Lees hier vraag en antwoord in het Vlaams Parlement.

U vindt hier de 10 maatregelen die de SERV voorstelt.