Het Brussels gewest kende een halve eeuw geleden een snelle de-industrialisatie maar een studie van Actiris toont nu aan dat de werkgelegenheid voor arbeiders niet verdwenen is en biedt inzicht in de transformatie van het arbeidersberoep onder de groei van de dienstensector, de impact van de toenemende vervrouwelijking van de sector en de oververtegenwoordiging van arbeiders in de werkloosheidscijfers.
Evolutie arbeidersberoepen in Brussel
Tussen 2001 en 2021 steeg het aantal arbeidersjobs zelfs van 118 121 naar 123 408 (+4,5% tegenover +12,7% bij de tewerkstelling onder een arbeidsovereenkomst voor bedienden). Het aandeel arbeiders in Brussel vertegenwoordigt ongeveer 20% van de totale tewerkstelling in loondienst, doorheen de jaren vaker in tertiaire sectoren. Zo is 33% van de arbeiders tewerkgesteld in de administratieve en ondersteunende diensten, waar hun tewerkstelling de laatste tien jaar met 17,5% toenam. Dit komt vooral dankzij jobs in de schoonmaak die 75% van de tewerkstelling in deze sector vertegenwoordigt. De horecasector is de tweede grootste met ongeveer 16% van de werkgelegenheid voor arbeiders. Tussen 2011 en 2021 is hun aantal echter met 9,5% gedaald, te verklaren door de COVID crisis en het toegenomen gebruik van studentenjobs en flexijobs. Ook in de transportsector, in het bijzonder het personenvervoer, steeg het aantal arbeidersjobs met 33,5% (vooral dankzij de MIVB en in mindere mate de taxi's). Sectoren die traditioneel geassocieerd worden met arbeidersjobs krimpen dan weer, zoals de bouw en de industrie. Het aantal arbeidersjobs daalde met bijna 30% tussen 2011 en 2021.
Een opvallende vaststelling is de toenemende vervrouwelijking van de tewerkstelling in de arbeiderssector, voornamelijk door de dienstenchequeregeling in de schoonmaaksector. Vandaag zijn ongeveer 75% van de arbeidersjobs in de schoonmaaksector ingevuld door vrouwen. Het rapport wijst hier wel op minder kwaliteitsvolle jobs met beperkte vooruitzichten qua loopbaanontwikkeling.
Het rapport belicht verder de complexiteit van het Brusselse arbeidersberoep: het is niet verdwenen, maar heeft een nieuwe invulling gekregen. De arbeiders van vandaag zijn niet langer productiearbeiders, maar dienstverleners, mede door de ontwikkeling van dienstencheques. Tegelijkertijd blijft het arbeidersberoep kampen met structurele problemen. De oververtegenwoordiging van arbeiders in de werkloosheid (vooral jongeren en laaggeschoolden), de slechte afstemming van hun vaardigheden op de behoeften van de Brusselse arbeidsmarkt en de aanhoudende langdurige werkloosheid (voornamelijk bij arbeiders, zeker hen zonder diploma van het secundair onderwijs) vormen grote uitdagingen voor de toekomst. Actiris onderlijnt daarom de nood aan een sterker sociaal en professioneel integratiebeleid om werkzoekenden en werknemers de vaardigheden bij te brengen die ze nodig hebben om zich aan te passen aan de nieuwe behoeften van de arbeidsmarkt.
Tijdens de afwerking van dit rapport was de mogelijke sluiting van de Audi Brussels site nog niet officieel aangekondigd. Daar dreigen bijna 3 000 arbeiderscontracten verloren te gaan en een uitgebreid netwerk van onderaannemers. Volgens Actiris zal het even belangrijk zijn om de industriële activiteit in Brussel te behouden, met inbegrip van de vestiging van Audi Brussels, die van vitaal belang is voor het voortbestaan van het arbeidersberoep in de regio.
Lees het volledige rapport van view.Brussels en het samenvattende artikel van Actiris. Het rapport zal worden gevolgd door een tweede luik dat zich richt op het kwalitatieve aspect. Hierin wordt ingegaan op veranderingen in werkgelegenheid, de spanningen binnen bepaalde functies en de rol van de rol van de verschillende kwalificatiestromen bij het opleiden en (om)scholen van arbeiders.