De RSZ heeft de Belgische uitzendsector onder de loep genomen. De cijfers hebben betrekking op de eerste twee kwartalen van 2024.
Evoluties in uitzendwerk
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de 'normale uitzendtewerkstelling' (INTN) en de 'speciale uitzendtewerkstelling' (INTS) waaronder de bijzondere tewerkstellingsvormen vallen die via de uitzendsector verlopen. Meer in het algemeen neemt de normale uitzendarbeid af sinds het derde kwartaal van 2022, en dat in tegenstelling tot de speciale uitzendtewerkstelling die een stijgende trend vertoont. Vaak is een afnemende vraag naar uitzendwerknemers een vroege indicator voor de afkoeling van de arbeidsmarkt.
De toename van de INTS is voornamelijk toe te schrijven aan het groeiende succes van de flexi-jobs, en de geleidelijke uitbreiding van de mogelijkheden om gebruik te maken van die tewerkstellingsvorm sinds 2016. De totaalcijfers, som van de normale en de speciale uitzendtewerkstelling, tonen dat zowel het aantal uitzendwerknemers als het aantal uitzendopdrachten stijgt in het eerste en tweede kwartaal van 2024 ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Het arbeidsvolume in VTE daalt echter in de beide besproken periodes.
In het tweede kwartaal van 2024 deden 32 761 ondernemingen een beroep op uitzendkrachten die er in totaal 241 202 uitzendopdrachten verrichtten. Het grootste deel van de ondernemingen die uitzendkrachten gebruiken (76%), heeft minder dan 5 uitzendwerknemers in dienst in het tweede kwartaal van 2024. Ze zijn goed voor 17% van het aantal uitzendopdrachten. In het tweede kwartaal van 2023 vinden we gelijkaardige verhoudingen terug.
In het eerste kwartaal van 2024 bedroeg het aandeel van de ondernemingen die 1000 of meer uitzendkrachten in dienst hebben 0,02%, goed voor 3,5% van het aantal uitzendopdrachten. De ondernemingen die 1000 of meer uitzendwerknemers in dienst hebben situeren zich vooral in de logistieke sector. Meer dan 1 op 4 uitzendwerknemers is in het tweede kwartaal van 2024 aan de slag in de industrie, in de handel meer dan 1 op 5. Maar ook vervoer en logistiek zijn belangrijke gebruikers van uitzendkrachten.
Het merendeel van de uitzendkrachten is slechts bij één gebruiker aan de slag, en het zijn vooral jongere uitzendkrachten die bij meerdere gebruikers aan de slag zijn geweest, en dat over alle besproken kwartalen heen. Binnen de menselijke gezondheidszorg, distributie van gas, delfstoffen en huishoudens als werkgever merken we een lichte stijging van het aantal vrouwelijke uitzendwerknemers, ondanks de daling van het totaal aantal uitzendwerknemers. In de horeca en de waterdistributie neemt het totaal aantal uitzendwerknemers dan wel toe, maar daar daalt het aantal vrouwelijke uitzendwerknemers.
De 20- tot 24-jarigen maken de grootste groep uit van de tewerkgestelden, maar ook de 25- tot 29-jarigen en de 30- tot 34-jarigen zijn goed vertegenwoordigd in de populatie uitzendkrachten, en dat over de kwartalen heen. Meer mannen dan vrouwen hebben een uitzendjob en dat in alle leeftijdscategorieën en over alle kwartalen heen. Het hoogste percentage uitzendwerknemers op het totaal aantal tewerkgestelde werknemers (4,4%) vinden we in het tweede kwartaal van 2024 in het Vlaams Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest laat het laagste percentage optekenen (3,9%). Met 4,1% ligt het Waals Gewest tussen de twee anderen.
U kan de volledige analyse vinden op de website van de RSZ.