Deze maatregel - onderdeel van het Brusselse Jongerengarantieplan - bestaat ondertussen 11 jaar. Met de First Stage wil de overheid laagopgeleide jongeren onder de 30 jaar, die tenminste 78 dagen als niet-werkende werkzoekende zijn ingeschreven bij Actiris, een eerste werkervaring aanbieden. Om in aanmerking te komen moet men in Brussel gedomicilieerd zijn, en ten hoogste over een diploma secundair onderwijs beschikken.

Wat betreft de laatste lichting zien we dat 64% aan het einde van de stage een job vond, 72% kende binnen de 12 maanden een positieve uitstroom (wat betekent dat men of een job vond, of een opleiding volgde, of een nieuwe stage volgde, of terugkeerde naar het onderwijs). De stage in het kader van de First Stage duurt tussen de 3 à 6 maanden. En sedert 1 juli dit jaar bedraagt de vergoeding die de werkgever aan de stagiair betaalt 500 euro bruto per maand, aangevuld met een dagvergoeding van 26,82 euro, betaald door Actiris of de RVA.

In 2021, een coronajaar, genoten 694 personen van een First Stage. 358 daarvan waren man, 336 vrouw (zo leert ons de recentste versie van de ‘Inventaris van de tewerkstellingsmaatregelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’). 55,99% beschikte over een diploma secundair onderwijs, 19,62% van een getuigschrift lager onderwijs. De stagiairs waren actief in vier economische sectoren: handel en verkoop, administratie in de privésector, logistiek, schoonmaak en dienstverlening. Vooral bedrijven met 1 tot 4 werknemers (37,37%), en meer dan 1.000 werknemers (27,84%) maakten gebruik van de maatregel.

Actiris lanceert nu een nieuwe campagne om nog meer bedrijven en jongeren warm te maken voor de maatregel. 

Lees hier het bericht van Actiris.