Publicaties en analyse

Gemeentelijke armoedecijfers

SB

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert voor de eerste keer cijfers over het armoederisico en de inkomensongelijkheden op gemeentelijk niveau. Attert in de provincie Luxemburg is de rijkste gemeente, Sint-Joost-ten-Node in het Brussels gewest de armste.

In 2021 is Horebeke de gemeente met het laagste monetair armoederisico. Daar bevindt 3,2% van de bevolking zich onder de armoedegrens. Daartegenover staat Sint-Joost-ten-Node, waar 34,6% van de bevolking een armoederisico loopt. De armoederisiconiveaus zijn het laagst in Vlaamse gemeenten en het hoogst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het armoederisico geeft aan welk deel van de gemeentelijke bevolking een inkomen heeft dat onder de nationale armoedegrens ligt. 

Het armoederisico geeft echter niet noodzakelijk een indicatie van hoe rijk een gemeente is. Daarvoor moeten we kijken naar het mediane inkomen per gemeente. Het is veruit het hoogst in Attert met € 40.126, gevolgd door Kraainem (€ 35.642), Messancy (€ 35.246), Tervuren (€ 33.546) en Sint-Pieters-Woluwe (€ 33.473). Het laagste mediane inkomen bevindt zich in Sint-Joost-ten-Node met € 18.341, gevolgd door Sint-Jans-Molenbeek (€ 18.533), Anderlecht (€ 19.517), Farciennes (€ 20.018) en Koekelberg (€ 20.230). 

Tegelijk zijn de inkomensongelijkheden het grootst in Attert en het kleinst in Sint-Jans-Molenbeek, dat met met € 10.048 de laagste inkomensongelijkheid kent, gevolgd door Sint-Joost-ten-Node (€ 10.268), Farciennes (€ 10.293), Mesen (€ 10.422) en Saint-Nicolas (€ 10.820). Dat zijn allemaal gemeenten die slecht geclassificeerd zijn in termen van armoederisico en mediaan inkomen, d.w.z. gemeenten met hoge armoedecijfers en lage inkomens.

Lees hier het volledige Statbel-bericht.