Publicaties en analyse

Loopbaan van de Brusselaars onder de loep

KUL HIVA

Het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) van de KU Leuven heeft voor het eerst de loopbaan van Brusselaars op lange termijn (1996-2019) bestudeerd. Daarbij werden de gegevens van 2009 tot 2019 over de gezinssituatie meegenomen om meer inzicht te krijgen in de factoren die de toegang tot werk stimuleren, en deze die een hindernis vormen.

Personen uit gezinnen waar niemand een job heeft, zijn meestal laaggeschoold, wisselen vaker periodes van inactiviteit of werkloosheid af met een job en werken meer dan gemiddeld in eerder kwetsbare sectoren als horeca, retail en interimjobs. Wel zijn horeca, de retail en de uitzendsector belangrijke instroomkanalen voor jongeren, laaggeschoolden en Brusselaars met een niet-EU-origine.

De aangeworven Brusselaars die vóór de aanwerving werkzoekend waren, zijn het talrijkst om precairdere jobs (kortere duur, flexibele en onregelmatige uren) uit te voeren. Het zijn voornamelijk laag- en middengeschoolden, alleenstaande ouders en/of hen met vreemde origine (voornamelijk vrouwen). Drie jaar later is slechts 44% nog aan het werk.

De studie zoomt ook in op de eenoudergezinnen die een zeer kwetsbare groep vormen: slechts 20% van de alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar heeft onafgebroken gewerkt gedurende de twee jaar die voorafgingen aan hun aanwerving. Daarbij zijn hun jobs vaak van korte duur en is de kans groter dat ze binnen de drie jaar opnieuw werkzoekend zijn.

Daartegenover zijn Brusselaars uit gezinnen waar iedereen werk heeft, veelal hoger geschoold. Ze veranderen vaker zonder onderbreking van werk en vinden meestal een job in stabielere sectoren. De aangeworven personen die vóór de aanwerving werkten en dus van job veranderden, hebben vaker een voltijdse jobs en een contract van langere duur. Het zijn voornamelijk hooggeschoolde profielen, en 74% van hen is drie jaar later nog steeds aan het werk.

Het onderzoek toont wel aan dat ongeacht het opleidingsniveau, de origine of de sector van tewerkstelling, Brusselaars die voor aanwerving al aan het werk waren, de kleinste kans hebben om 3 jaar later werkzoekend of inactief te zijn: een job geeft dus meer kans op een (betere) job. Daarbij blijft opleiding hét toegangsticket tot de arbeidsmarkt: hoger opgeleide profielen, zelfs als ze eerst zonder job zaten, stippelen veel vlotter hun loopbaan in de arbeidsmarkt uit, waar laaggeschoolde en/of inactieve Brusselaars moeilijk hun  weg vinden.

De Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt (DéFI): ‘Dit is niet nieuw: hoe verder verwijderd van de arbeidsmarkt, hoe minder kansen om een job te vinden. Deze nieuwe studie bevestigt dat, maar sterkt me vooral in de gekozen weg om meer Brusselaars de kans te geven werk te vinden, namelijk door nog meer in te zetten op opleiding’. Cristina Amboldi, directrice-generaal van Actiris, sluit zich hier bij aan: ‘De resultaten van het onderzoek bewijzen dat we vandaag al inzetten op de juiste kwetsbare doelgroepen, maar we moeten ook de negatieve spiraal die voor sommige Brusselaars zonder job dreigt, zo snel mogelijk doorbreken. Dat willen we doen met de doelstellingen uit ons nieuw beheerscontract: een begeleiding op maat aanbieden voor werkzoekenden en werkgevers, met onder andere extra aandacht voor sectoren die volop rekruteren en jobs die moeilijk ingevuld raken. Ook wie risico loopt op langdurige werkloosheid gaan we intensiever opvolgen, door hun vaardigheden verder te ontwikkelen en samen met hen te werken aan de zaken die een rem zetten op hun zoektocht naar een job’.

Lees de volledige studie, die onder andere ook de bewegingen tussen sectoren en de naar Vlaanderen en Wallonië pendelende Brusselaars onder de loep neemt.