In België doen 1,2 miljoen gezinnen beroep op dienstencheques. Dit levert werk op voor 150.000 huishoudhulpen. "En dat heeft zo zijn voordelen", stelt Federgon, "bedrijven zien minder (kandidaat-)werknemers (deeltijds) thuisblijven voor huishoudelijke taken en de overheid kan rekenen op een pak meer inkomsten doordat dienstencheques het zwartwerk in de sector hebben gehalveerd."

Maar het systeem is fragiel, vindt Federgon, en daarom formuleert de federatie de volgende voorstellen :

• Verhoog de inruilwaarde per dienstencheque met € 5. Dat kan door het optrekken van de persoonlijke bijdrage die gebruikers betalen voor een cheque, een vermindering van de fiscale aftrek, en het optrekken van de bijdrage van de overheid;
• Breid het toegelaten takenpakket van huishoudhulpen uit, zodat zij ander zinvol werk kunnen uitoefenen naast schoonmaaktaken. Waar nodig, kan het volgen van een opleiding gekoppeld worden aan het mogen uitoefenen van een bepaalde taak;
• Stel transitietrajecten open voor álle werknemers in de dienstenchequesector, niet enkel voor werknemers die ontslagen zijn, en zich in hun opzeggingstermijn bevinden;
• Zorg via een gericht activerings- en doelgroepenbeleid dat meer mensen aan de slag gaan in de dienstenchequesector;
• Maak een uitzondering op de minimale wekelijkse arbeidsduur voor gepensioneerde mensen die actief willen blijven in de dienstenchequesector.

In het memorandum wordt ook aandacht besteed aan de situatie in het Brussels gewest. Federgon stelt de volgende zaken vast :

• De prijsstijgingen die sinds januari 2023 in Brussel worden toegepast, zijn niet doorgerekend naar bedrijven of huishoudhulpen;
• De subsidies van het Brussels Gewest en het Vlaams Gewest worden al jaren niet meer voor 100% geïndexeerd, terwijl de 100% Waalse indexering waartoe besloten werd bij de regionalisering van het systeem, op 1 januari 2024 afloopt;
• De bijdrage van gebruikers voor dienstencheques is sinds 2014 niet verhoogd (dit is het geval in Vlaanderen) of werd onlangs met een euro verhoogd, maar zonder dat dit ten goede komt aan de dienstenchequebedrijven (dit is het geval in Brussel, en gedeeltelijk in Wallonië);
• In Wallonië gelden de impulssteunen enkel nog voor arbeidsovereenkomsten van minimum twee maanden tot onbepaalde duur, in het Brussels gewest geldt in de meeste gevallen een minimumduur van zes maanden.

Lees hier het volledige memorandum.