Publicaties en analyse

NEET’s: transitie onderwijs - arbeidsmarkt

Brussels Studies

“Wel of niet NEET? De complexiteit van de transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt in Brussel” is de titel van een uitgebreid artikel gepubliceerd door Brussels Studies.

Sinds de crisis van 2008 is de transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt bij de minst gekwalificeerde jongeren nog onstabieler en onzekerder dan in de jaren 1990. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de Europese Unie (EU) heeft de Brusselse overheid strategieën uitgestippeld in de strijd tegen schooluitval en werkloosheid bij jongeren. Maar wegens de standaardbenadering riskeren die strategieën hun doel te missen, doordat ze de diverse situaties en trajecten die tot schooluitval of werkloosheid leiden niet in aanmerking nemen, stelt Brussels Studies. Vooral de programma’s gericht op jongeren tussen 18 en 30 jaar, die bekendstaan als “NEET” (neither in education, employment or training), in het kader van het tewerkstellingsinitiatief voor jongeren (Youth Employment Initiative – YEI) in samenwerking met het Europees Sociaal Fonds (ESF), reduceren de problematiek tot een kwestie van individuele arbeidsinzetbaarheid. Die programma’s houden nauwelijks rekening met het feit dat ook de jeugd geconfronteerd wordt met de sociale kwestie, die in Brussel toegespitst is op etniciteitskwesties, en op ruimtelijk-residentiële segregatieprocessen.

Met dit artikel biedt Brussels Studies een kritische analyse van de NEET-categorie, die verder verfijnd worden in verschillende types, waarvan de toepassing in het Brusselse overheidsbeleid een doelgerichtere aanpak mogelijk zou maken voor de jongeren die dit het hardst nodig hebben. Volgens het literatuuronderzoek waaruit blijkt dat de NEET-categorie berust op een vereenvoudigde benadering van sociale ongelijkheden, is deze analyse gebaseerd op een sociologische benadering die geïnspireerd is op de sociologie van de ongelijkheid en de jeugdsociologie. Met deze benadering komen we tot een fijnere typologie van NEET-/non-NEET-situaties aan de hand van etnografisch materiaal dat werd verzameld bij jongeren uit de Brusselse volkswijken.

De resultaten geven aan dat NEET-situaties niet worden opgelost via programma’s die deze situaties bekijken vanuit de invalshoek van individuele arbeidsinzetbaarheid. Uit de analyse blijkt namelijk dat NEET-situaties niet alleen afhangen van de houding van de jongeren ten aanzien van onderwijs of werk. Naast de vermenigvuldiging van sociale ongelijkheden op school door verschillende mechanismen, slaagt de arbeidsorganisatie er ook niet in om voor stabiliteit te zorgen voor een groot aantal Brusselse jongeren die zich in een situatie van meervoudige dominantie bevinden. Zonder hun handelingsbekwaamheid en hun strategieën te minimaliseren, worden zij geconfronteerd met een aantal discriminaties die voor jongeren uit kwetsbare gezinnen verweven zijn met de moeilijkheden in hun milieu. Dit leidt tot trajecten die hen weghouden van school, instellingen voor socioprofessionele integratie (SPI) en de arbeidsmarkt. Verder blijkt uit de analyse ook dat programma’s die schooluitval en SPI-kwesties trachten aan te pakken bij jonge Brusselaars in een NEET-situatie, niet riskeren te bereiken wat deze jongeren het hardst nodig hebben. De contrastrijke voorbeelden van NEET-situaties maken duidelijk hoe de “jeugd” als periode in het leven zeer uiteenlopende vormen aanneemt naargelang het sociale milieu, de migratieachtergrond en de raakvlakken daarvan.

Om zijn doelstellingen te bereiken, moet het overheidsoptreden ten aanzien van jongeren in NEET-situaties bijgevolg kwalitatieve indicatoren omvatten die de diversiteit van de hoger beschreven problemen en situaties weerspiegelen, besluit Brussels Studies.

Lees hier het volledige artikel