Publicaties en analyse

Onderzoek rond interregionale tewerkstellingszones

Viona

Vlaanderen kampt met een arbeidsmarktkrapte en ondanks de hoge werkloosheids- en inactiviteitsgraad in het Brussels gewest, blijft het aantal in Vlaanderen tewerkgestelde Brusselaars laag.

Een recent VIONA-onderzoek van Idea Consult en HIVA Leuven biedt een breder inzicht rond grensoverschrijdende tewerkstellingszones en doet aanbevelingen ter bevordering van de interregionale mobiliteit. De resultaten werden donderdag 11 mei gepresenteerd tijdens een eerste VIONA-webinar,  een nieuw initiatief van het Vlaamse departement Werk en Sociale Economie (WSE) om de resultaten van VIONA-onderzoeken breder bekend te maken. 

Na een inleiding door Chris Gaasendam (Vlaams Departement WSE) presenteerden Daphné Valsamis (IDEA Consult) en Tim Goesaert (HIVA, KU Leuven) de vaststellingen uit kwantitatieve en kwalitatieve analyses van pendelstromen, zowel aan de vraag- als de aanbodzijde. 

De interregionale mobiliteit van Brusselaars richting Vlaanderen stijgt licht (tot 15,2% of 52.408 werknemers) het voorbije decennium, voornamelijk naar de Vlaamse rand en de centrumsteden. Voornamelijk werkzoekenden van niet-EU origine, met een rijbewijs, korter dan een jaar werkloos, met een gevorderde kennis van het Nederlands en mannen en jongeren zijn bereid te pendelen naar Vlaanderen. 

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat 17% van de Brusselaars professionele ervaring hebben in Vlaanderen. 7 op 10 van de Brusselse werkzoekenden zou bereid zijn in Vlaanderen te werken. Redenen om niet in Vlaanderen te gaan werken zijn hoge vervoersonkosten, lange trajecten om op de werkplaats te raken, onbereikbaarheid met het openbaar vervoer. Werkgevers in Vlaanderen zijn bereid om Brusselaars aan te werven vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, barrières zijn onder meer taal en bereikbaarheid. Maar, er bestaan taaltrainingen, en een intensievere samenwerking tussen VDAB, Actiris en Forem is mogelijk. Interessante sectoren in het kader van de interregionale mobiliteit zijn horeca, handel en verkoop, transport en logistiek, administratie, industrie en ambachten.

De aanbevelingen ter bevordering van interregionale mobiliteit zijn samengevat:

  • Het concept van interregionale tewerkstellingszones zo plaatselijk mogelijk uitwerken en gebruiken voor de matching van vraag en aanbod.
  • De samenwerking tussen VDAB, Actiris en FOREM intensiveren op verschillende niveaus: de vertaling van vacatures, de bemiddeling van vacatures vanuit Actiris en FOREM buiten knelpuntberoepen mogelijk maken, transparantere communicatie tussen de gewesten over actieve bemiddeling van vacatures, informatiedoorstroming verbeteren en meer samenwerking op vlak van grensoverschrijdende opleiding en gezamenlijke acties (bvb Aviato).
  • Interregionale mobiliteit verder stimuleren bij werkzoekenden en ze hierin ondersteunen door bepaalde drempels te verkleinen: namelijk werkzoekenden actiever begeleiden naar Vlaamse vacatures, intensievere taalcursussen Nederlands aanbieden aan Brusselse werkzoekenden, de mobiliteitsproblematiek van werkzoekenden onderzoeken, een jobbonus voor interregionale mobiliteit, communiceren over succesverhalen en het optimaliseren van grensoverschrijdend openbaar vervoer.
  • Interregionale mobiliteit verder stimuleren bij werkgevers en ze hierin ondersteunen door bepaalde drempels te verkleinen: namelijk gerichte prospectie van werkgevers en een gezamenlijke aanpak, brede communicatiecampagnes organiseren, bedrijven sensibiliseren rond taalvereisten en taal- en beroepsopleidingen op maat van bedrijven aanbieden.

Lees hier het volledige rapport.