Wat is nu eigenlijk het profiel van de uitzendkrachten in België en Brussel? In opdracht van sectorfederatie Federgon zette de KU Leuven alles op een rijtje. Uitzendkrachten blijken vooral jong te zijn, en te werken in een beperkt aantal sectoren.
Profiel uitzendkrachten
De helft van de uitzendkrachten is jonger dan 30 jaar. Van de 10 uitzendkrachten zijn er 7 jonger dan 40 jaar. Slechts 12,5% is ouder dan 50 jaar. De uitzendkrachten werken voornamelijk in de dienstensectoren (65%), waarbij de handel, de horeca en de logistiek/distributie in de top 3 staan. Ook werken ze in de industrie (24%), waaronder de voeding en tabak en de metaalnijverheid. Daarnaast heeft 3 op de 10 uitzendkrachten een niet-Belgische nationaliteit. Een kwart is niet van Europese afkomst.
Zo’n 62% van de uitzendkrachten in het vierde kwartaal van 2019 was man, 38% was vrouw. Hoewel in absolute cijfers het aantal mannelijke en vrouwelijke uitzendkrachten een toename kent, zien we dat – in relatieve cijfers – het aandeel mannen onder de uitzendkrachten is toegenomen: in 2009 was 56,8% van alle uitzendkrachten een man, in 2020 is dit gestegen tot 63,2%. Het aandeel vrouwen onder de uitzendkrachten is bijgevolg gedaald, van 43,2% in 2009 tot 36,8%. De sector waarin de uitzendkrachten tewerkgesteld zijn, zal hierbij waarschijnlijk een rol spelen, zo is de industrie een belangrijke sector voor uitzendkrachten, met hoofdzakelijk mannen.
Zo’n 23,3% van de uitzendkrachten heeft een partner en één of meerdere kinderen, 14,3% heeft een partner maar geen kinderen. In het vierde kwartaal van 2019 is 17,1% van de uitzendkrachten alleenstaand. Een kleinere groep uitzendkrachten bestaat uit alleenstaande ouders (nl. 4,5%). Ten slotte behoort nog zo’n 13,5% tot de categorie ‘overig’. Deze categorie ‘overig’ bestaat uit collectieve huishoudens (bijv. co-housing), overige huishoudens die niet tot een van bovenstaande categorieën behoren, overige gezinsleden en personen met ontbrekende gezinsgegevens.
62,5% van de unieke uitzendkrachten tewerkgesteld in België in het vierde kwartaal van 2019 heeft zijn/haar woonplaats in Vlaanderen, 7,4% in Brussel en 24,4% in Wallonië. Daarnaast heeft nog zo’n 5,7% een niet gekende of buitenlandse woonplaats. Het aandeel Brusselaars onder de uitzendkrachten is gedaald, van 10% naar 7% tussen 2009 en 2020.
16,6% van de uitzendkrachten tewerkgesteld in het vierde kwartaal van 2019 heeft een hoog opleidingsniveau. Zo’n 37,8% is middengeschoold, 26,7% heeft een laag opleidingsniveau. Daarnaast blijkt van zo’n 18,9% het opleidingsniveau ongekend te zijn. Zo’n 58% van de uitzendkrachten tewerkgesteld in het vierde kwartaal van 2019 had een arbeidersstatuut, 42% was bediende. Deze verhouding arbeider/bediende kent een stabiele evolutie tussen 2009 en 2020.
De KU Leuven heeft zich in de eerste plaats gebaseerd op een onderzoek van Ipsos uit 2021, en dat nu verder uitgediept. Studentenjobs zitten niet vervat in de statistieken in dit rapport.
Lees hier de volledige analyse.