Het aantal studenten dat werkt is gestegen van 33% in 2013-2015 tot 44,6% in 2019-2020. Dat blijkt uit de analyse van perspective.brussels, ‘Blik op het studentenleven: stedelijke praktijken en omgang met de stad – Analyse van de enquete 2023-2024’. Levensduurte, huisvesting en onveiligheid zijn de voornaamste bronnen van zorg bij de Brusselse studenten.
Studentenleven in Brussel

Het rapport presenteert de resultaten van de derde editie van de 'Blik op het studentenleven', een uitgebreide enquête onder studenten uit het hoger onderwijs in Brussel. De eerste editie van de enquête vond plaats tussen 2013 en 2015. Met 137 000 studenten en bijna 50 instellingen in 2023 is het gewest de belangrijkste studentenpool van het land.
Als we rekening houden met de antwoorden van vrijwilligers (betaald vrijwilligerswerk), werkt in totaal 49,9% van de respondenten, of een schatting, na extrapolatie, van bijna 63 000 personen, in verhouding tot de studentenpopulatie van het academiejaar 2022-2023 (zonder de instellingen van sociale promotie).
De populatie die is ingeschreven aan een kunsthogeschool heeft een hoger arbeidspercentage (bijna 58%), met een hoger aandeel, in vergelijking met andere soorten hoger onderwijs. Daarnaast werken studenten die les volgen buiten de gewone lesuren vaker dan andere studenten, met een aandeel dat stijgt tot 65%. Internationale studenten hebben minder vaak een baan.
Een meerderheid van bijna 70% noemt financiële redenen om te werken. 45% zegt op zoek te zijn naar nieuwe professionele vaardigheden. Als we kijken naar het specifieke profiel van de respondenten die in een studentenwoning of hun eigen woning wonen, zien we dat 51,2% van hen werkt.
Maakt werken het moeilijker om de studie voort te zetten? In 2019-2020 heeft 34% van de steekproef deze vraag bevestigend beantwoord. Van de ondervraagde studenten in 2023-2024 dacht 49,5% er zo over, een stijging met 15,5%. Van de studenten die zijn ingeschreven aan Nederlandstalige instellingen werkt 47% in het BHG (Brussels hoofdstedelijk gewest). Als we de Franstalige instellingen bekijken, zien we dat 76,9% binnen het BHG werkt.
Pendelen blijft een belangrijke factor: van wie in het gewest woont, werkt 20,1% elders, omgekeerd werkt 36,1% van wie buiten Brussel woont, in het BHG. 6% heeft het statuut student-werknemer, waardoor men meer dan 600 uur per jaar kan werken. Jobstudenten blijven sterk in de meerderheid, met 85,9%, van wie 8,3% regelmatig werkt terwijl ze studies volgen buiten de gewone lestijden.
De meerderheid (55,2%) werkt minder dan 15 uur per week en 10% zegt voltijds te werken. Het percentage personen die zonder contract werken, is gedaald van 8% in 2019-2020 naar 4,1%. Contracten voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd zijn sinds 2019-2020 sterk gestegen, respectievelijk van 2,7% tot 8,6% en van 2,2% tot 9,3%. Het gebruik van jobstudentcontracten vertoont een percentage van 66,5% (tegenover 74,4% in de vorige editie).
De populairste banen zijn kelner-serveerster, kassier-kassierster en verkoper-verkoopster. Babysitter, een baan die in de laatste enquête op de vijfde plaats stond, is gezakt naar de zevende plaats. Opnieuw was er een grote diversiteit, waarbij de optie 'overig' ook nu weer hoog scoorde, met onder meer vermeldingen als barman, bedrijfsanalist, kok, toeristische gids, enz. Van de respondenten vond bijna een kwart (23,9%) van de werkende studenten dat het niet makkelijk was om een baan te vinden. Dit percentage stijgt tot 43% voor de internationale studenten.
Ouders en werk worden aangegeven als de belangrijkste bijdragers aan de financiering van de studies: 75,9% voor de ouders en 53,8% voor het werk. We stellen een daling vast van 7,6 procentpunten voor ouders vergeleken met 2019-2020, gecompenseerd door een stijging van 4,6 procentpunten voor werk.
Lees de volledige enquete op de website van perspective.brussels.