Beleidsnieuws

Uitbreiding Vlaams Opleidingsverlof (VOV)

Vlaamse Regering

Met de pilootmaatregel 'Gemeenschappelijk Initiatiefrecht Vlaams Opleidingsverlof’ wordt het huidige recht op Vlaams Opleidingsverlof (VOV) van een werknemer verdubbeld wanneer hij of zij ingaat op een opleidingssuggestie van de werkgever. Daarmee is extra verlof, 250 uur in plaats van 125 uur, per schooljaar mogelijk om opleiding te volgen.

Met deze maatregel krijgen werkgevers sinds het schooljaar 2021-2022 een expliciete rol om opleidingen aan hun werknemers voor te stellen en daarmee hun positie binnen het bedrijf, de sector of op de Vlaamse arbeidsmarkt te verbeteren. 

Op basis van een eerste evaluatie blijkt nu dat het gebruik van het VOV steeg met 13%. Daarnaast vonden kortgeschoolden (waarop vooral gemikt wordt) beter de weg naar VOV én werd meer van het gemeenschappelijk initiatiefrecht gebruik gemaakt bij micro- of kleine ondernemingen. Gelet op deze positieve tendensen heeft de Vlaamse Regering vorige week vrijdag op initiatief van Vlaams minister van Werk Jo Brouns (CD&V), door middel van een voorontwerp van besluit, het gemeenschappelijk initiatiefrecht dan ook voor het komende schooljaar (2024-2025) verlengd. 

Werknemers in de privésector die een opleiding willen volgen, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op het Vlaams Opleidingsverlof (VOV). Ze krijgen het recht om afwezig te zijn op het werk om een opleiding te volgen terwijl hun loon wordt doorbetaald. De werkgever krijgt ter compensatie een forfaitair bedrag terugbetaald. Sinds het schooljaar 2021-2022, in uitvoering van het VESOC-relanceakkoord 'Alle hens aan dek', werd dat Vlaams Opleidingsverlof uitgebreid met het 'gemeenschappelijk initiatiefrecht'. Dat geeft de werkgever de mogelijkheid om een opleiding voor te stellen aan de werknemer en daarvoor het VOV-recht van de werknemer te gebruiken. 

Het VOV is geen verplichting van de werkgever, het is een individueel recht van de werknemer (dat is de filosofie van het Betaald Educatief Verlof). Opleidingen mogen niet gerelateerd zijn aan de huidige job, maar moeten voldoen aan de criteria van arbeidsmarktgerichtheid. Opleidingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de huidige job zijn en blijven ten laste van de werkgever. Om in aanmerking te komen voor het VOV moet men in het Vlaams Gewest werken, Brusselaars die in Vlaanderen werken komen dus ook in aanmerking.

Er wordt nu over dit voorontwerp advies gevraagd aan de SERV, waarna het naar de Raad van State gaat. De maatregel gaat in op 1 september 2024, en loopt af op 31 augustus 2025.

U vindt hier en hier meer details