Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd op het gebied van de voorwaarden voor de toegang tot beroepen, die niet vallen onder de gezondheidszorg of het verlenen van intellectuele diensten, zoals psycholoog, architect, vastgoedmakelaar, accountant, enz. Deze bevoegdheid behelst met name de basiskennis bedrijfsbeheer en de specifieke beroepsbekwaamheden van 26 beroepen.

Steunend op deze nieuwe bevoegdheid hebben de drie gewesten enkele jaren geleden een hervormingsproces in gang gezet, dat tot nu toe enkel succesvol is geweest in het Vlaams Gewest, dat besloten heeft om de regels inzake toegang tot het beroep af te schaffen. Het Waals Gewest heeft zich beperkt tot het afschaffen van de regels inzake beroepsbekwaamheden voor vijf beroepen in 2019. 

Op het Brussels niveau wordt met deze hervorming een nieuwe stap gezet. Op basis van een voorafgaandelijke analyse wordt voorgesteld om het kader te vereenvoudigen om de oprichting van ondernemingen te stimuleren, het ondernemerschap te verdedigen als vector van emancipatie en inschakeling, billijker voorwaarden voor Brusselse (kandidaat-)ondernemers te scheppen, en de positie van het Gewest als ondernemingshub te versterken. Het voorstel is: 

1. de basiskennis bedrijfsbeheer af te schaffen. Gelijklopend zullen instrumenten ter begeleiding van Brusselse kandidaat-ondernemers worden ontwikkeld (versterking van de bestaande lokale economieloketten (LEL) en oprichting van een nieuw LEL, didactische opleidingstools en toegankelijk in de vorm van zelfbediening, versterking van de steun voor opleiding en de ontwikkeling van een ondernemersproject, projectoproep "Ondersteuning van het ondernemerschap en de economische transitie"); 
2. de beroepsbekwaamheden voor vijf gereglementeerde beroepen af te schaffen (slager-groothandelaar, droogkuiser-verver, pedicure, masseur en tandtechnicus), die zowel in Vlaanderen in 2018 als in Wallonië in 2019 werden afgeschaft; 
3. de noodzakelijke vergunningen voor ambulante en kermisactiviteiten af te schaffen, waarbij de vergunning voor ambulante activiteiten thuis wordt gehandhaafd, teneinde de consumentenbescherming te waarborgen.

Brupartners stelt vast dat de Gewesten voor verschillende stelsels hebben gekozen. Derhalve zullen ondernemers en actoren op het gebied van begeleiding/oprichting moeten jongleren met drie wetgevingen, die op heel wat punten uiteenlopen (basiskennis bedrijfsbeheer, toegang, beroepskaart, ambulante activiteiten, talen in de centrale examencommissies,...). Brupartners stelt ook vast dat in het voorontwerp van ordonnantie een definitie van onderneming wordt voorgesteld die afwijkt van de definitie in het wetboek van economisch recht. 

Brupartners vraagt dat in de loop van de volgende legislatuur, bijvoorbeeld binnen drie jaar na de publicatie van de onderhavige ordonnantie in het Belgisch Staatsblad, een tussentijdse evaluatie zou worden uitgevoerd, om zich zo de mogelijkheid te laten om de perverse effecten van de hervorming vlugger bij te sturen. Brupartners steunt de ontwikkeling van een gecentraliseerd platform, dat toegankelijk is voor gemeenten en handelaars, met als doel de administratieve lasten voor (ambulante) ondernemers en overheidsdiensten te verlichten. 

Brupartners maakt zich zorgen over de beschikbaarheid van leden van de centrale examencommissie die in de beide talen aan de voorwaarden van dit artikel voldoen (verwijzend naar de problematiek voor een Nederlandstalige ondernemer om in Brussel zijn examen in het Nederlands te kunnen afleggen). Brupartners vraagt dat er afwijkingen of enige flexibiliteit in artikel 6 zou worden voorzien, om te voorkomen dat ondernemers worden geblokkeerd door een gebrek aan juryleden die over de vereiste beroepservaring beschikken.

Lees hier het volledige advies.