De regels met betrekking tot studentenwerk veranderen per 1 januari aanstaande. Op dit moment mogen jobstudenten maximaal 475 uur per jaar werken. Dat betekent dat zij over de eerste 475 uur, die zij werken, geen belastingen en slechts een beperkte sociale bijdrage betalen. Gaan zij over die 475 uur dan vallen zij in het normale belastingstelsel. Vanaf 2023 wordt het aantal uur opgerekt naar 600 per jaar.

Dit lijkt in eerste instantie een tegemoetkoming aan de werkgevers die kampen met personeelstekorten en verhoogde kosten vanwege de inflatie en de gascrisis. Door studenten langer in te kunnen zetten, kunnen zij hun kosten gedeeltelijk drukken. De stijgende prijzen hebben er ook voor gezorgd dat meer studenten meer zijn gaan werken. De oprekking van de uren lijkt dus voor hen ook een uitkomst. Er bestaat echter de vraag of het wenselijk is dat jobstudenten meer uren gaan werken. Is er een negatieve weerslag te zien op de studieresultaten? En creëert het geen oneerlijke concurrentie met werkstudenten en kortgeschoolden? De regels gelden tot daarom tot 2024. Ze worden dat jaar geëvalueerd en mogelijk herzien.

Aantal uur per kwartaal

Het is op dit moment nog onduidelijk of het maximaal aantal uur dat jobstudenten per kwartaal mogen werken ook opgerekt wordt. Het is nu zo dat studenten die meer dan 240 uur per kwartaal werken hun kindergeld verliezen. Enkel voor de zomermaanden: juli, augustus, september, is er geen maximum gesteld. Natuurlijk geldt ook hier, dat zodra studenten de 600 uur zullen overschrijden zij belastingen en een verhoogde sociale bijdrage moeten betalen. Jobstudenten kunnen hun aantal gewerkte uren eenvoudig controleren op de website van student@work. Zo kunnen zij zeker zijn dat zij niet over hun uren gaan.