Het project vervolgtrajecten na inburgering (VIB) heeft als doel ex-inburgeraars te ondersteunen in het behalen van duurzame loopbaandoelen. Binnen het project ontwikkelen de agentschappen integratie en inburgering (atlas, Amal en AgII) conceptuele vervolgtrajecten op maat van ex-inburgeraars die hun sociale, educatieve en/of professionele doelen niet bereiken. Dit onderzoeksrapport zet alles op een rijtje.
Vervolgtrajecten na inburgering
Er werd onderzoek gedaan naar de noden van ex-inburgeraars in Vlaanderen en Brussel, en dat van februari 2022 tot november 2023. 54% (n=2 140) volgde het inburgeringstraject bij AgII (1 936 of 48% in Vlaanderen en 204 of 5% bij Bon in Brussel), 40% (n=1.582) bij atlas en 7% (n=276) bij Amal.
Het doel Nederlands verbeteren stond met 68% op nummer één voor de ex-inburgeraars in de enquête, vooral bij Bon en AgII. Er werd ook bevraagd hoe de ex-inburgeraars het Nederlands oefenen. 95% van de ex-inburgeraars geeft aan Nederlands te oefenen. Van de ex-inburgeraars van Bon stelt echter 12% dat ze geen Nederlands oefenen. In het algemeen duidden de ex-inburgeraars van Bon minder vaak de ‘sociale’ oefenkansen aan, terwijl ze vrij gelijk scoren op heel wat individuele mogelijkheden. Zij zijn ook koplopers in het beluisteren van Nederlandstalige podcasts.
De midden- en langgeschoolde ex-inburgeraars zijn het meest beroepsactief. Bij de mannen zijn de kortgeschoolden significant minder aan het werk dan de midden- en langgeschoolden. We zien ook een verschil per agentschap integratie en inburgering: de ex-inburgeraars van het AgII zijn het meeste beroepsactief, die van Bon het minste, met 15 procentpunten verschil. De wens om een eigen zaak te starten leeft bijna dubbel zo sterk bij mannen als vrouwen, vooral bij de middengeschoolde mannen. De ex-inburgeraars van Bon delen deze wens het minste.
In totaal volgt 21% van de respondenten een opleiding op het moment van de bevraging. Vrouwen doen dit meer dan mannen, wat gelinkt is met de hogere werkzaamheidsgraad van de mannen. Ex-inburgeraars zonder kinderen volgen ook significant meer een opleiding dan ouders. De respondenten van Bon, vooral de kortgeschoolde, volgen het vaakst een opleiding. Dit kan gelinkt worden aan het significante verband tussen het volgen van een opleiding en het hebben van een begeleider bij Actiris, terwijl er met een begeleider van VDAB of OCMW/SD geen significant verband is. In tegenstelling tot de ex-inburgeraars van Bon, zijn het bij atlas en Amal net de langgeschoolden die vaker een opleiding volgen.
Samengevat: beroepsactieven hebben beperkte mogelijkheden om hun competenties te versterken via een cursus Nederlands, formele oefenkans, opleiding of studie. Niet-beroepsactieven kunnen makkelijker inzetten op taalverwerving, opleidingen of hogere studies en doen dit ook meer. Vrouwen zijn vaker niet-beroepsactief en dit voornamelijk vanwege de zorg voor de kinderen. Mannen zijn vaker beroepsactief en dit belemmert hen dan ook vaker om hun Nederlands te versterken. Zij ambiëren vaker een eigen zaak of een rijbewijs. Middengeschoolden volgen vaker extra Nederlands om toegang te krijgen tot opleidingen of hogere studies. Langgeschoolden streven het meeste naar werk op hun diploma- of ervaringsniveau, maar stoten hierbij het vaakste op hoge taalvereisten.
U vindt hier het volledige rapport.