Dit taalfeest vindt sinds 2018 om de twee jaar plaats. Brenda Deny van het Huis van het Nederlands vertelt: “Deze oefendag leidt mensen die Nederlands leren naar het Nederlandstalige aanbod in de stad.” Ook tussen de verschillende edities zetten de organisatoren in op het alternatieve aanbod. Bibliotheken, cultuur- en sportcentra spelen helpen sterk bij taalverwerving.

Shanti Badriyah, een deelneemster met een vergevorderd niveau van Nederlands, laat haar motivatie horen: “Vroeger was ik nog freelance reporter in Indonesië, mijn thuisland. Ik hou van taal, ik hou van andere mensen en ik hoop via Allez:NL nieuwe mensen te leren kennen. Momenteel hoor ik in mijn eigen omgeving vooral Engels en Frans.” Badriyah werkt in de IT-sector en reist veel naar Engelstalige conferenties. Ze woont sinds in 2001 in Brussel; ze volgde haar Belgische partner. 
Badriyah volgt al twintig jaar Nederlandse lessen. Ze begon hiermee bij de VDAB met het oog op werk, maar nam later ook deel aan activiteiten georganiseerd door het Huis van het Nederlands. 
Met haar uitgebreide achtergrond wil Badriyah nu graag zelf workshops mee begeleiden en cursisten inspireren. “Brussel heeft taalambassadeurs nodig. Voor veel mensen is Nederlands nog steeds vooral een verplichte taal, nodig voor een baan of om hun kinderen op school te ondersteunen. Slechts een enkeling leert Nederlands uit interesse of voor het plezier.”

Het Huis van het Nederlands en Vlaams minister van Brussel Cieltje Van Achter (N-VA) zijn van mening dat het Brusselse sport-, cultuur- en vrijetijdsaanbod hierin een belangrijke rol kan en moet spelen. “We hebben deze editie afgesloten met maar liefst 1 500 inschrijvingen, een absoluut record,” vertelt Deny over de vierde Allez:NL. “Allemaal Brusselaars die met veel enthousiasme Nederlands willen oefenen in de stad. Het evenement is ondertussen goed ingeburgerd bij onze partners en NT2-leerkrachten, wat onze promotie vanzelfsprekend een extra boost geeft.”

"Elk initiatief draagt bij, al hangt veel af van hoe je het promoot en wie je probeert te bereiken," stelt professor Esli Struys van de VUB, gespecialiseerd in meertaligheid. Allez:NL richt zich momenteel voornamelijk op anderstaligen die al Nederlandse lessen volgen, bijvoorbeeld via de Centra voor Volwassenenonderwijs. “Je zou altijd een breder publiek kunnen aanspreken, maar Vlaamse instellingen slagen er al in om een aanzienlijk deel van de Brusselaars te bereiken. Nederlandstalige scholen en crèches hebben bijvoorbeeld contact met zo’n 20 tot 25 procent van de Brusselse bevolking.” Via deze scholen worden anderstalige ouders vaak doorverwezen naar bibliotheken en gemeenschapscentra. Esli Struys vervolgt: “Zo’n rolmodellen zijn ook voor beginnende cursisten belangrijk. De kracht van buddysystemen en conversatietafels is dat verschillende niveaus van elkaar kunnen leren. De moderatoren hoeven zeker niet alleen moedertaalsprekers te zijn.” “En dat mis ik soms,” zegt Shanti Badriyah over het Nederlandstalige aanbod in Brussel. “Waarom niet wat vaker allochtone begeleiders inschakelen? Dat verhoogt de herkenbaarheid bij nieuwkomers.”

U kan het volledige artikel vinden op de website van BRUZZ.