Vooraan

Vlaamse Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2024-2029

Vlaamse Regering

De Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2024-2029 van de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk, Zuhal Demir (NV-A), legt de focus op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen en Brussel door vier strategische pijlers:

  • Nederlands als verbindende factor: de nota benadrukt het belang van het beheersen van de Nederlandse taal als sleutel tot sociale integratie en gelijke kansen. Er wordt geïnvesteerd in taalvaardigheid bij leerlingen en volwassenen, met extra ondersteuning voor ouders en nieuwkomers.
  • Onderwijskwaliteit verhogen: er wordt gestreefd naar hogere standaarden in vakken zoals Nederlands, wiskunde en STEM. Ambitieuze leerdoelen en verbeterde studiebegeleiding moeten de neerwaartse trend in leerprestaties keren.
  • Versterken van het onderwijspersoneel: om het lerarentekort aan te pakken, worden initiatieven genomen zoals betere ondersteuning voor startende leerkrachten, zij-instromers en leiderschapsontwikkeling in scholen.
  • Investeringen in infrastructuur en digitalisering: de nota voorziet financiële middelen voor schoolgebouwen, ICT-infrastructuur en vergroening van de schoolomgeving. Er wordt ook geïnvesteerd in kleinere klassen en een beter financieringsmodel voor het hoger onderwijs.

Daarnaast is er aandacht voor inclusie, welbevinden en levenslang leren. Het doel is om het Vlaamse onderwijs opnieuw tot de Europese top te laten behoren, en leerlingen optimaal voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

Duaal leren

In de beleidsnota staan ook heel wat initiatieven om het technisch en beroepsonderwijs te versterken. Zo wil de minister het duaal leren versterken door te werken aan het imago, het duaal leren uit te breiden en flexibeler te maken en een meer coördinerende rol bij de scholen te leggen. Er moet een breed onderwijs- en ondersteuningsaanbod op maat komen voor jongeren die nog competenties missen. Dit moet leiden tot een brede aanloopfase. De NAFT-trajecten (naadloos flexibel traject) zullen geëvalueerd worden. De regionale technologische centra (RTC’s) krijgen de opdracht van permanente laagdrempelige overlegplatformen te zijn tussen scholen en de nabije bedrijven om hen intenser te laten samenwerken op vlak van onder meer programmatie, gebruik van technieken, materialen en machines, duaal aanbod, en stageaanbod. Er zal nagegaan worden hoe de werking van de RTC's dichter bij de onderwijszones en lokale arbeidsmarkt kan gebracht worden. 

Erkenning van buitenlandse diploma’s en de integratie van gedetineerden

De werking van NARIC Vlaanderen zal versterkt worden om buitenlandse diploma’s sneller te laten erkennen. Dit moet ertoe leiden dat nieuwkomers sneller kunnen ingezet worden op de arbeidsmarkt. De minister wil ook onderzoeken hoe een mogelijk vervolg op het ‘Learning Inside Out’-project vorm kan krijgen. Re-integratie van gedetineerden moet maximaal bevorderd worden. De minister wil meer efficiëntie in de organisatie van het onderwijs in de gevangenissen en detentiehuizen, en brengt de coördinatie ervan onder bij het beleidsdomein Justitie en Handhaving.

De Nederlandse taal

De Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s) zullen versterkt inzetten op cursussen Nederlands en diplomagerichte opleidingen die cursisten toeleiden naar een diploma secundair onderwijs. In overleg met de sectoren ontwikkelen ze opleidingen en modules die leiden tot beroepskwalificaties afgestemd op de noden van de arbeidsmarkt. Inschrijvingsgelden kunnen verschillen naargelang ze toeleiden tot knelpuntberoepen. De samenwerking met VDAB en de Leerwinkels wordt versterkt wat betreft de oriëntering van werkzoekenden en het doorverwijzen naar het opleidingsaanbod van de CVO’s. Omdat kortgeschoolden te weinig gebruik maken van het aanbod van opleidingen in het volwassenenonderwijs wil de minister de CVO’s en Centra voor Basiseducatie (CBE) blijven ondersteunen. Belangrijkste thema’s hier zijn het voorzien van een aanbod gericht op NT2, tweedekansonderwijs en functionele geletterdheid. 

Onderwijs in Brussel

Voor het Vlaamse onderwijs in Brussel blijft het Nederlands de rode draad. In een bij uitstek meertalige stad als Brussel moet volgens de minister de focus meer dan ooit op het Nederlands liggen. Samen met haar collega, Vlaams minister bevoegd voor Brussel, Cieltje Van Achter (NV-A), de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)  en het Onderwijscentrum Brussel (OCB) trekt de minister de kaart van het Nederlands. Taalcursussen, taalbaden en zomerscholen moeten dit alles versterken. De Vlaamse regering zal ook een totaalplan Nederlands voor Brussel uitwerken. Voor de wachtlijsten in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel zal de minister vasthouden aan het bestaande systeem met een voorrangsregel voor Nederlandstaligen, omdat het voor de minister belangrijk is dat Brusselse Vlamingen en zij die thuis Nederlands spreken, een plaats krijgen in het Vlaamse onderwijs in Brussel. Ouders die het Nederlands niet machtig zijn, maar wel via een deelnamebewijs aantonen lessen NT2 te volgen, krijgen voorrang bij schoolinschrijvingen voor het basisonderwijs voor 35% van de plaatsen in het basisonderwijs. Indien er onvoldoende aanbod NT2 zou zijn zal de minister werk maken van extra aanbod.

Lees hier de volledige Vlaamse Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2024-2029.