Publicaties en analyse

Vrijstellingen voor bevorderen tewerkstellingskansen

RVA

De analyse van de kwaliteit van de uitstroom naar de arbeidsmarkt toont aan dat in het algemeen, de vrijstellingen en de opleidingstrajecten die ze dekken een efficiënte motor voor herinschakeling zijn. Dat blijkt uit een recent rapport van de RVA.

De focus in het rapport ligt op de vrijstellingsregelingen die te beschouwen zijn als een vorm van actieve ondersteuning, en tot doel hebben de kansen van werklozen op (her)integratie op de arbeidsmarkt te vergroten, voornamelijk via opleiding of hervatting van studies. Het woord 'vrijstelling' betekent in dit geval dat de werkloze, tijdens een duur die varieert naargelang het van toepassing zijnde artikel, is vrijgesteld van een reeks verplichtingen. Van bij hun creatie werd er een onderscheid gemaakt tussen de 'vrijstellingen voor het volgen van een beroepsopleiding' en de 'vrijstellingen voor het hervatten van studies en andere opleidingen'. In deze studie behandelt men ook de PWA-vrijstellingen.

Tegenwoordig omvatten negen verschillende maatregelen en hun vertaling naar knelpuntberoepen 99% van de vrijstellingen van de drie gewesten en de Duitstalige gemeenschap. De RVA onthoudt twaalf punten, waaronder:

  • De bestaande maatregelen zijn voldoende gevarieerd opdat het merendeel van de vrijwillig werklozen kan worden gedekt door een vrijstelling wanneer ze deelnemen aan een traject dat bedoeld is om hun vaardigheden te verbeteren, en hun kansen op terugkeer op de arbeidsmarkt te vergroten;
  • De voltijdse beroepsopleidingen, die overeenkomen met 58% van de redenen voor de vrijstelling, zijn de meest efficiënte maatregel in termen van terugkeer naar werk, in de drie gewesten;
  • De opleidingen die gericht zijn op knelpuntberoepen hebben een bijzonder hoog rendement van terugkeer naar werk, en lijken een goed doorgeefluik te vormen tussen werkzoekenden en werkgevers die op zoek zijn naar geschoolde kandidaten;
  • Bepaalde maatregelen, die gericht zijn op mensen die verder van het beroepsleven afstaan, leiden niet noodzakelijk tot werk, maar dienen eerder als springplank naar andere vrijstellingen/opleidingen;
  • De uitstromers uit een vrijstelling zijn tot 2 keer minder vaak arbeidsongeschikt dan de andere werklozen, los van de maatregel die ze hebben gevolgd;
  • De maand waarin mensen uitstromen uit de vrijstelling lijkt een invloed te hebben op hun kansen voor de terugkeer naar het werk.

Het rapport gaat in op de specifieke situaties in het Brussels, Vlaams en Waals Gewest.

Lees de volledige analyse op de website van de RVA.