Vooraan

Vrijstellingen voor werkzoekenden

FOD Sociale Zekerheid

Werkzoekenden die een vrijstelling bekomen voor het volgen van een opleiding voor een knelpuntberoep in de gezondheidssector maken bijzonder veel kans om na de opleiding aan de slag te gaan. Dat blijkt uit een analyse van de FOD Sociale Zekerheid.

Door de vrijstelling kunnen de werkzoekenden een opleiding of studie volgen, waarbij ze vrijgesteld worden van een aantal verplichtingen zoals het actief zoeken naar werk, en wordt eventueel de degressiviteit van de werkloosheidsvergoeding tijdelijk opgeheven. Die vrijstellingen worden toegekend door de gewesten, meer bepaald door Actiris, VDAB, Forem of het Duitstalige ADG.

In 2023 werden in België ongeveer 300 beroepen gerapporteerd als ‘kritiek’ of als ‘knelpuntberoep’, waarvan 234 in het Vlaams gewest, 158 in het Waals gewest en 108 in het Brussels hoofdstedelijk gewest, waarvan een deel in de sector van de gezondheidszorg. In het derde kwartaal van 2023 werkten ongeveer 433 000 Belgen in de gezondheidssector:  48 000 als arbeider, 370 000 als bediende en ongeveer 15 000 in het openbaar ambt. Dit vertegenwoordigt ongeveer 10% van de werknemers in België. Dat is veel, maar het is duidelijk niet genoeg. Momenteel is er alleen al in de verpleging een tekort van ongeveer 25 000 mensen.

Meer dan 4 000 personen stapten in 2021 en 2022 over van werkloosheid met een vrijstelling naar een beroep in de gezondheidszorg, overwegend vrouwen. Velen waren matig gekwalificeerd aan het begin van hun opleidingstraject, en bijna 50% van hen was langer dan twee jaar werkloos. Ze kwamen uit alle drie de gewesten, met een lichte oververtegenwoordiging uit het Vlaams gewest en een ondervertegenwoordiging uit het Brussels hoofdstedelijk gewest. Er wordt vastgesteld dat de vrijgestelden, om toegang te krijgen tot een beroep in de gezondheidszorg, over het algemeen langere opleidingsprogramma’s volgden, gemiddeld 16,7 maanden voor alle regelingen samen, d.w.z. 7,6 maanden langer dan alle vrijgestelden die een job hebben gevonden.

De studie toont dat de gewesten verschillende strategieën hebben aangenomen om hun doelstellingen te bereiken, waarbij het Vlaams gewest vooral steunde op zijn regeling van voltijdse beroepsopleidingen, en het Waals gewest op het hervatten van studies met volledig leerplan en het individueel actieplan. In alle gevallen heeft het traject dat aan de werkzoekenden werd aangeboden, bijzonder gunstige resultaten opgeleverd, resultaten die nog beter zouden kunnen zijn als de gewestelijke instanties op basis van hun ervaring hun respectieve expertise op dit gebied zouden delen. De kansen om werk te vinden in de gezondheidszorg zijn bijzonder groot voor wie uitstroomt na een opleiding of een studie. Met een gemiddelde van 250 dagen werk in het jaar van de follow-up, d.w.z. meer dan 80% van de werktijd, hebben de uitstromers naar de gezondheidszorg 46 dagen meer gewerkt dan alle andere uitstromers die werk vonden.

Het rapport formuleert wel een kritische noot over het Brussels gewest: “Als we naar Brussel kijken, zien we dat het gewest de meeste van zijn regelingen heeft onderbenut wat de gezondheidszorgberoepen betreft. De behoeften zijn er nochtans niet minder groot, maar het profiel van de werklozen in de hoofdstad kan het traject naar de gezondheidszorgberoepen, waarvoor vaak vrij hoge kwalificaties zijn vereist, bemoeilijken.”

Lees hier de volledige analyse.