Vooraan

Welke toepassing van de werk- en zorgtrajecten in Brussel?

Vlaanderen

Op 6 juli 2022 heeft de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet over de werk- en zorgtrajecten aangenomen. De idee achter de werk- en zorgtrajecten is om de optimale participatie te ondersteunen van personen die omwille van cognitieve, medische, psychische, psychiatrische en/of sociale problematieken (MMPPS), moeilijk betaald aan de slag kunnen in de maatschappij of op de arbeidsmarkt. Dit ontwerp van decreet bouwt verder op het decreet van 25 april 2014 houdende de werk- en zorgtrajecten.

Binnen het ontwerp van decreet wordt gestreefd naar een toegankelijk en inclusief aanbod voor de doelgroep, gaande van participatie aan de samenleving tot echte activering naar werk, met respect voor de expertise van beide doelstellingen en invalshoeken. Het aanbod voor deze doelgroep onderscheidt zich van het reguliere aanbod op vlak van bemiddeling en opleiding alsook van het reguliere aanbod op vlak van zorg en welzijn. De doelgroep zijn personen voor wie betaalde beroepsarbeid niet, niet meer of nog niet mogelijk is. 

Wetende dat dit decreet een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid regelt, heeft dit ook invloed op de Brusselaars. De uitvoering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vraagt dan ook een samenwerking tussen verschillende organisaties. VDAB en Actiris zullen informatie en kennis uitwisselen om dit te realiseren, conform de bepalingen uit het samenwerkingsakkoord. Er zijn drie mogelijke trajecten binnen de werk- en zorgtrajecten, per traject zijn er met betrekking tot Brussel enkele verschillen. Hieronder gaan we dieper in op de drie trajecten:

Activeringstrajecten: dit is een traject richting werk, dat minimum drie maanden en maximum 18 maanden kan duren. Het is uitzonderlijk verlengbaar en deelname wordt niet bepaald door iemands statuut. Het gaat hier om een begeleiding op en naar een werkvloer (een gewestbevoegdheid). Het element zorg (een persoonsgebonden bevoegdheid) wordt enkel ingezet ter ondersteuning van de begeleiding naar en op een werkvloer. Voor activeringstrajecten is het bijgevolg moeilijk om het aanbod toe te kennen aan een gewest- of gemeenschapsbevoegdheid. Door de verwevenheid van die beide bevoegdheden zijn de activeringstrajecten dus niet van toepassing in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.   

Arbeidsmatige activiteiten (AMA): dit omvat het aanbod van activiteiten onder begeleiding, die gericht zijn op de latente functies van arbeid, onder meer het bieden van een zinvolle bezigheid, zorgen voor structuur, het aanreiken van sociale contacten en de mogelijkheid tot zelfontplooiing. Dit kan voor onbepaalde duur zijn, afhankelijk van de situatie van de persoon. Dit aanbod kan met verschillende doelstellingen worden uitgewerkt, met name gericht op activering richting tewerkstelling of eerder gericht op participatie aan de samenleving (advies Welzijn). Wat de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie betreft moeten de personen minimaal twaalf uur per week deelnemen en door hun deelname stappen naar betaald werk zetten. Het is VDAB die de inschatting maakt of de persoon aan de voorwaarden voldoet en leidt de persoon dan toe naar arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie. Voor Brussel zal dit opnieuw via het samenwerkingsakkoord tussen VDAB en Actiris worden geregeld. Wat de arbeidsmatige activiteiten advies Welzijn betreft kan de deelnemer onbezoldigde arbeidsmatige activiteiten bij een werkpost verrichten, onder begeleiding van een erkende begeleider.

Voor de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie beroept het decreet zich op sociale economie als gewestmaterie om maatwerkbedrijven en hun samenwerkingsverband(en) een contingent toe te kennen. Daardoor zijn, nog volgens p.16 van de memorie van toelichting van het decreet, de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie ook van toepassing in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Hoe deze vorm zullen krijgen of hoe dit in de praktijk gerealiseerd zal worden moet nog worden uitgeklaard.

Ten derde zijn er de onthaaltrajecten voor werkzoekenden via het GBO (Geïntegreerd Breed Onthaal). Deze trajecten willen mensen met cognitieve, medische, psychische, psychiatrische of sociale problematieken die op korte en middellange termijn geen betaald werk meer kunnen verrichten, toeleiden naar vormen van de “meest optimale participatie aan de maatschappij”. 

Zowel de sociale partners (via de SERV) als de Vlaamse Adviesraad Handicap (NOOZO) hebben hun advies en aanbevelingen gegeven en erkennen dat er sterke punten in dit nieuwe decreet zitten. Aandachtspunten blijven het voorzien van voldoende plaatsen voor de doelgroep, goed afstemmen met het decreet individueel maatwerk en een vergoeding mogelijk maken voor de doelgroep in afstemming met hun uitkeringsstelsel. 

Met de Federale Overheid zal tenslotte overlegd worden over het statuut en de uitkering van mensen met medische, mentale, psychische, psychiatrische en/of sociale (MMPPS) problemen o.a. met de bedoeling progressieve tewerkstelling te bevorderen. Voor de werkzoekenden die na verschillende acties niet-toeleidbaar naar de arbeidsmarkt blijken te zijn, vraagt de Vlaamse Overheid aan de Federale Overheid om een apart statuut buiten de werkloosheidsverzekering te voorzien.

Hier vind je de verschillende documenten terug:

Ontwerp van decreet

Beslissingen van de Vlaamse Regering | Vlaanderen.be

Verslag plenaire vergadering woensdag 6 juli 2022, 10.00u | Vlaams Parlement