Er is een gebrek aan ruimte voor productiebedrijven, en hun aanwezigheid blijft afnemen onder druk van andere stedelijke functies. Tussen 2018 en 2021 zal in totaal 185.000 m² vloeroppervlakte zijn verdwenen, waarvan 167.000 m² voornamelijk zal zijn omgezet in woningen, gevolgd door openbare voorzieningen. De bouw van 81.000 m² werkplaatsen en opslagplaatsen heeft deze verliezen niet kunnen compenseren, met als gevolg dat het Gewest in 2021 in totaal nog maar 4.327.919 m² aan industriële ruimte zal hebben.

De Brusselse verwerkende nijverheid is de afgelopen decennia sterk achteruitgegaan, met een daling van de werkgelegenheid met 60% tussen 1995 en 2024. Vandaag de dag zijn er ongeveer 17.000 banen in deze sector. De thematische studie in dit nummer richt zich op twee specifieke gevallen: brouwerijen en bedrijven die maaltijden bereiden. 

Ondanks een daling van 10% van de werkgelegenheid in loondienst sinds 2009, stelt de voedingssector in 2022 nog steeds meer dan 2.500 mensen te werk, terwijl de productie van dranken, met name bier, sterk is gestegen. Sinds 2014 is er een duidelijke toename van het aantal kleine bedrijven in beide sectoren, in tegenstelling tot de trend in de rest van de nijverheidssector.

Hoewel het aantal banen in de voedingsindustrie in Brussel drie keer lager ligt dan in de provincies Vlaams- en Waals-Brabant (ongeveer 10.000 banen), garanderen de technische vaardigheden die nodig zijn om specifieke producten te maken (bijvoorbeeld in de chocoladesector) dat banen behouden blijven, waardoor delokalisatie vermeden wordt. 

De meeste jobs in de voedingsindustrie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgevoerd door Brusselaars (57%). Het behoud van banen in de voedingssector in Brussel is momenteel gebaseerd op de expertise die nodig is om zeer specifieke producten, of producten die in beperkte hoeveelheden worden geproduceerd, te vervaardigen. 

Emblematische producten zoals chocolade, bier, wafels en andere specialiteiten spelen een belangrijke rol. Het zijn paradepaardjes met een hoge toegevoegde waarde die het rechtvaardigen om de productie ter plaatse te houden. Bijgevolg blijft de Brusselse voedingsindustrie activiteiten behouden waarvoor geschoolde arbeidskrachten nodig zijn, of het nu gaat om manuele taken waarvoor specifieke knowhow vereist is, of om bewerkingen op machines die complex onderhoud en toezicht vereisen.

Lees hier de volledige publicatie.