De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de bouwsector hebben op dinsdag 2 oktober 2018 het tweede sectorale akkoord in de geschiedenis van het Gewest afgesloten. Dat gebeurde in het kader van onderhandelingen met meerdere sectoren die van strategisch belang zijn voor de Brusselse economie en tewerkstelling. In februari werd zo een eerste akkoord gesloten met de sector transport en logistiek.
Raamakkoord voor de bouwsector in het Brussels Gewest
![](/sites/default/files/content/articles/images/logo_brussels_hoofdstedelijk_gewest.png)
De bouwsector telt ongeveer 12.700 bedrijven, die samen iets meer dan 8.300 vaak laaggeschoolde arbeiders tewerkstellen. De sector kent belangrijke uitdagingen. Zo kiezen niet veel jongeren om zich op bouw toe te leggen (en dat in een al vergrijzende arbeidsmarkt). Daarnaast veranderen de gehanteerde praktijken en de verschillende regelgevingen over de bouw en renovatie van gebouwen zeer sterk en zeer snel.
Het akkoord is bedoeld om het overleg tussen de overheid, de bedrijven in de sector en de werknemers te organiseren en te bestendigen. De sociale dialoog moet de geschikte voorwaarden en oplossingen opleveren om kwaliteitsvolle banen te scheppen in Brussel en het mogelijk maken te anticiperen op de evoluerende behoeften van het Gewest, om op die manier de activiteit van de bedrijven die in Brussel gevestigd zijn te stimuleren.
Brussels Minister van Economie en Werk Didier Gosuin (DéFI), laat nog optekenen dat als onderdeel van het akkoord de beroepsopleiding in de sector efficiënter gemaakt zal worden. Ook zal er een verhoging zijn van het aantal bedrijfsstages, van het aantal proeven voor de erkenningen van verworven vaardigheden en van het aantal werkaanbiedingen die beheerd en ingevuld worden door Actiris. Jan De Brabanter, voorzitter van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voegt daaraan toe dat dit akkoord voorziet in het opzet van een toekomstige Opleidings- en Tewerkstellingspool voor de bouwsector.
Meer informatie vindt u in het persbericht van minister Gosuin.