Mensen met migratieachtergrond van buiten de Europese Unie (EU) zijn procentueel het minst aan het werk in België. Dat blijkt uit de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) waar een nieuwe demografische achtergrondvariabele over de herkomstnationaliteit werd aan toegevoegd, ruimer dan de klassieke variabelen over nationaliteit en geboorteland.
Arbeidsmarktsituatie volgens herkomst nationaliteit
Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert nu een bijdrage over de arbeidsmarktsituatie van acht verschillende herkomstgroepen over een periode van 20 jaar, de economische sectoren en het soort jobs van de verschillende herkomstgroepen.
Een belangrijke vaststelling is dat alle herkomstcategorieën er qua werkgelegenheidsgraad en activiteitsgraad sterk op vooruit zijn gegaan, maar met grote verschillen naargelang de herkomstgroep. De arbeidsmarktpositie van personen met een herkomst van binnen de EU is algemeen veel gunstiger dan die van personen van buiten de EU. De landen die laatst toetraden tot de EU kennen in België de talrijkst werkende bevolkingsgroep. Deze is vandaag ook ruim vier keer groter dan in 2003 en betreft voornamelijk mensen uit Bulgarije, Polen en Roemenië.
Bij personen met een niet-EU-herkomst is de werkgelegenheidsgraad sterk toegenomen over een periode van 20 jaar, wat maakt dat ook de kloof ten opzichte van de werkgelegenheidsgraad van personen van Belgische herkomst kleiner geworden is. Desondanks blijft de kloof bij bepaalde specifieke herkomstgroepen uit Noord-Afrika, Sub-Saharaans Afrika en kandidaat-EU-lidstaten (voornamelijk Turkije) nog vrij groot is.
Ook de werkloosheidsgraad is de afgelopen twee decennia positief geëvolueerd bij elk van de herkomstgroepen, zowel binnen als buiten de EU. Toch blijft, ondanks een halvering van de indicator, de werkloosheidsgraad bij personen met een herkomst uit Noord-Afrika of uit Sub-Saharaans Afrika hoog. Bij personen met een herkomst uit een kandidaat-EU-lidstaat is de werkloosheidsgraad sterker gedaald maar ook hier blijft de kloof ten opzichte van personen met een Belgische herkomst groot.
Een vrij algemeen fenomeen is dat bij elke herkomstgroep een toegenomen deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt wordt vastgesteld, in combinatie met de sterk gedaalde werkloosheidsgraad die ervoor gezorgd heeft dat de vrouwelijke werkgelegenheidsgraad veel sterker gestegen is dan de mannelijke werkgelegenheidsgraad. Toch ziet men ook hier grote verschillen tussen herkomstgroepen binnen en buiten de EU. Terwijl de deelname aan de arbeidsmarkt van vrouwen van 15-64 jaar met een herkomst uit Noord-Afrika of uit een kandidaat-EU-lidstaat wel gestegen is in vergelijking met 20 jaar geleden, is in de voorbije drie jaar gemiddeld minder dan 40% van hen aan het werk. Bij vrouwen met herkomst uit Sub-Saharaans Afrika is de situatie iets beter met 52,0% die aan het werk is.
Met de nieuwe herkomstvariabele kan nu ook gekeken worden hoe divers verschillende beroepsgroepen en economische sectoren samengesteld zijn. Zo blijken personen met een niet-Europese herkomst veel vaker een job als arbeider te hebben en zijn ze sterk ondervertegenwoordigd bij overheidsjobs. Personen met een herkomst uit de EU13 zien we vaker terug in de bouwsector en personen van Sub-Saharaans Afrika blijken sterk oververtegenwoordigd in de sector van de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.
Een uitgebreide toelichting en een bijlage met gedetailleerd cijfermateriaal lees je op de website van Statbel. Statbel wenst wel te beklemtonen dat het hier gaat om een verkennende en beschrijvende analyse van gegevens die gebaseerd zijn op een steekproef en ziet haar bijdrage als een startpunt voor meer uitgebreide analyses en verder wetenschappelijk onderzoek op basis van de EAK gegevens.