In de commissie voor Economische Zaken en Tewerkstelling van het parlement van het Brussels Gewest werd de methodiek in het project ‘Insertion par l'offre et la demande (IOD / TVA)’ van de Mission Locale van Vorst besproken. Deze genereert veelbelovende resultaten maar kent financieringsproblemen.
TVA-methode in Vorst
In deze TVA-methodiek gaan de consulenten proactief naar bedrijven die minder geneigd zijn om aan te werven. Samen met werkgevers stellen de consulenten van de Mission Locale dan vacatures op vanuit de reële behoeften, zodat efficiënter geschikte profielen voor functies gevonden kunnen worden. Indien de werkzoekende lange tijd niet actief is geweest op de arbeidsmarkt, voorziet men ook opleiding, stage en persoonlijke begeleiding gedurende de eerste maanden. Farida Tahar (Ecolo) vroeg in de commissie welke maatregelen genomen worden voor de ondersteuning van het project.
Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt (DéFI): “Het project van de Mission Locale van Vorst is een proefproject, en het eerste dat wordt gefinancierd door een contract met sociale impact, geleid door het Brussels Gewest.” Dit contractsysteem werkt niet zoals een klassieke subsidie, waarbij een operator wordt geholpen bij het uitvoeren van een operatie, en waarbij een evaluatie op het einde van het project moet kunnen bepalen of de subsidie moet worden verlengd. Het is een model waarbij aan het einde van het project de financiering ook stopt. Sedert 2018 hebben 674 langdurige werkzoekenden een job gevonden in het Brussels Gewest dankzij deze methode.
Maar de minister onderlijnde dat de meerwaarde van de IOD-methodiek meegenomen wordt in de bijzondere opdrachten van de Missions Locales en in de sociaal-professionele integratie (spi) van de mensen die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd zijn. “Deze visie is ingezet in het kader van het nieuwe beheerscontract dat de Brusselse regering heeft afgesloten met Actiris voor de periode 2023-2027”, aldus de minister. De werking van de Brusselse Missions Locales wordt geregeld door de ordonnantie van 15 december 2008.
Lees het volledige antwoord van de minister op de vraag van mevrouw Tahar (vanaf pagina 6).